Inhoudsopgave
Advertenties
Fronthefinrichting
Koppelas aansluiten
Borgplaat
o
max.30
o
max.30
max.30
max.30
Aankoppelen aan de trekker
Koppel de machine alleen aan in de fronthefinrichting als deze:
•
voldoende hefvermogen heeft,
•
van dezelfde Hefpen categorie is als de machine,
•
de minimale en maximale belasting van de voor- en achter-as en
het totaalgewicht niet overschreden wordt,
•
de trekker een gesloten cabine en deugdelijke luchtfilters heeft
(actiefkoolstoffilters).
De geleverde koppelas is voor de meeste typen trekkers te lang
U dient vóór het aankoppelen aan de trekker de koppelas op de juiste
lengte te maken.
Een te lange koppelas veroorzaakt ernstige materiële schade aan de
machine en de trekker.
Zie paragraaf »Controleren van de koppelas-lengte« op pagina 64
en
paragraaf »Koppelas inkorten« op pagina 65.
Controleer de aftakas en koppelstuk op vervuiling of beschadi-
gingen.
Druk de borgplaat op het koppelstuk in.
Schuif het koppelstuk op de aftakas.
Laat de borgplaat los.
Controleer of de borging aangrijpt door het koppelstuk te
verschuiven.
Breng de borgketting aan bij beide uiteinden van de koppelas
beschermbuizen.
Bevestig het andere einde van de kettingen aan een vast punt van
respectievelijk de trekker en de machine.
De koppelas heeft tijdens heffen en zakken van de hefinrichting
voldoende ruimte nodig om
•
in en uit te schuiven,
•
voldoende overlap te hebben tussen de profielbuizen tijdens
aandrijving van de machine in de uiterste werkhoek van de
koppelas.
o
o
T
IP
De uiterste werkhoek van de koppelas is 30
In deze positie is de maximaal toelaatbare lengte tussen de aftakas
van de trekker en de aandrijfas van de machine bereikt. Bij een
grotere werkhoek ontstaat schade aan de koppelas.
°
°
omhoog en 30
omlaag.
69
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
