Vóór eerste gebruik
Koppelas monteren
Controleren van de
koppelas-lengte
Assen op gelijke hoogte
Borgplaat
64
De meegeleverde koppelas is voor de meeste typen trekkers te
lang
U dient bij het aankoppelen aan de trekker de koppelas op de juiste
lengte te maken. Een te lange koppelas veroorzaakt ernstige
materiele schade aan de machine en de trekker.
Zie de paragraaf »Controleren van de koppelas-lengte«, en
de paragraaf »Koppelas inkorten«.
De koppelas heeft tijdens heffen en zakken van de hefinrichting
voldoende ruimte nodig om
•
in en uit te schuiven,
•
voldoende overlap te hebben tussen de profielbuizen tijdens
aandrijving van de machine in de uiterste werkhoek van de
koppelas.
Koppel de machine aan de trekker maar houd de koppelas los!
Zie het hoofdstuk »Aankoppelen aan de trekker« op pagina 67.
Plaats de machine op een steunbok voordat u zich tussen trekker
en machine begeeft
De machine kan nu niet zakken als de hefinrichting onbedoeld wordt
bediend als u zich tussen de trekker en machine begeeft. Zonder de
steunbok kunt u door een zakkende hefinrichting bekneld raken en
zwaar lichamelijk letsel oplopen.
LET OP! Het controleren van de lengte en het inkorten van de koppelas gebeurt
nadat u de hefinrichting heeft aangekoppeld, maar voordat u de
koppelas aankoppelt:
Hef de machine met de hefinrichting tot de aftakas en de aandrijfas
van de machine op gelijke hoogte zijn.
Dit is de kortst mogelijke lengte tussen beide assen.
Plaats de machine op een steunbok.
Schakel de trekkermotor uit en verwijder de sleutel uit het
contactslot.
Zet de trekker op de parkeerrem.
Trek de koppelas uit elkaar in twee helften.
Verwijder de beschermbuizen
Monteer het losse trekkerdeel van de koppelas aan de aftakas van
de trekker.