Identificatie van de machine Om u zo snel mogelijk te kunnen helpen, heeft uw leverancier enkele gegevens van uw machine nodig. Vul deze gegevens s.v.p. hier in. PS 225/ 403/ 403-VITI PS604/ 754 Naam Werkbreedte _____ m Gewicht _________ kg...
Inhoud Inhoud Voorwoord ..........Onderhoud ..........124 Doelgroep van deze handleiding Onderhoudsintervallen Betekenis van de symbolen Smeren met olie en vet Koppelas Veiligheid ........... Draaipunt hand- of hydraulische Voor uw veiligheid bediening Overige richtlijnen Strooiunit Waarschuwingstickers Aanhaalmomenten Veiligheidsvoorschriften Controle van het hydraulisch systeem Machine leren kennen ......
Voorwoord Voorwoord Doelgroep van deze Deze handleiding is bedoeld voor volleerde agrariërs en andere personen die zijn opgeleid voor het werken in de landbouw, die handleiding volgens de nationale wetgeving bevoegd zijn tot het gebruik van deze machine en over kennis van montagewerkzaamheden beschikken. Met het oog op uw veiligheid Zorg ervoor dat u bekend bent met de inhoud van deze handleiding voordat u de machine in gebruik gaat nemen of gaat monteren.
Voorwoord Betekenis van de Om de tekst overzichtelijk te maken worden er verschillende symbolen gebruikt. Deze worden hieronder verklaard: symbolen • Een punt staat bij opsommingen. Een driehoek staat voor werkzaamheden die u moet uitvoeren. Een pijl verwijst naar een andere plaats in de tekst. Daarnaast gebruiken wij pictogrammen om u te helpen bepaalde tekstgedeeltes gemakkelijk te vinden.
Veiligheid Veiligheid Voor uw veiligheid In dit hoofdstuk vindt u algemene veiligheidsaanwijzingen. In elk hoofdstuk vindt u aanvullende, meer specifieke, veiligheidsaanwij- zingen, welke hier niet beschreven zijn. Riskeer geen verwondingen of dodelijk letsel door het negeren van de veiligheidsaanwijzingen. Werken met agrarische machines kan gevaarlijk zijn. Vermijd ongevallen! Neem geen risico’s! Wees altijd alert! Denk veilig! Werk veilig! Het negeren van de veiligheidsaanwijzingen, onvoldoende onderhoud...
Vervang de waarschuwingsstickers indien deze ontbreken, beschadigd of onleesbaar zijn geworden. Indien originele onderdelen waarop een waarschuwingssticker of symbool was bevestigd, worden vervangen, moet u zich ervan verzekeren dat het vervangende onderdeel ook voorzien is van een betreffende waarschuwingsticker. PS 225 - 335...
Pagina 11
Veiligheid Uitleg waarschuwing- stickers Stop de motor en verwijder de sleutel uit het contactslot Schakel de motor uit zodra u de trekker verlaat. Verwijder de sleutel uit het contactslot om te voorkomen dat de trekker (onbedoeld) wordt gestart terwijl u zich in de gevarenzone bevindt. Met name tijdens afstel-, onderhoud- en reparatiewerkzaamheden.
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften In deze paragraaf zijn de geboden, verboden en voorschriften opgenomen die u bij elke vorm van gebruik, onderhoud en reparatie van de machine in acht moet nemen. In de hoofdstukken in deze gebruikershandleiding vindt u aanvullende veiligheidsaanwijzingen. Kennis van de veiligheidsvoorschriften vormt het uitgangspunt voor veilig en storingvrij gebruik van de machine.
Veiligheid Bevoegdheid Gebruik uitsluitend door bevoegde personen Deze machine mag uitsluitend door bevoegde personen worden gebruikt. Een persoon is bevoegd als hij: • de door de nationale overheid vereiste opleidingen heeft gevolgd, • zijn verantwoordelijkheid neemt en heeft genomen zoals beschreven in ...
Pagina 14
Veiligheid Werkplek Bediening en gebruik door 1 persoon De machine mag slecht door één persoon vanaf de trekker worden bediend. Bij bediening vanaf de trekker blijft u buiten de gevarenzone. Andere personen mogen zich niet in de directe omgeving van de machine en trekker ophouden.
Pagina 15
Veiligheid Plaats een brandblusser Houd altijd een brandblusser bij de hand, vooral wanneer met ontvlambaar middelen wordt gewerkt. Gebruik een multifunctionele brandblusser met ABC-merk en een capaciteit van 5 kg die is goedgekeurd door de betreffende overheid. Monteer deze op de trekker en/of op de machine.
Veiligheid Berekening asbelasting bij Voor het veilig werken met de beladen machine zijn van belang: gedragen machines • de maximale belading van de machine, • de maximale asbelasting van de trekker, • de gewichtsverdeling over de assen, • en de draagkracht per band. In beladen toestaand moet tenminste 20% eigengewicht van het trekker op de voor-as en 45% op de achteras rusten om een goede bestuurbaarheid te behouden.
Pagina 17
Veiligheid Benodigde gegevens De volgende gegevens zijn nodig om de minimaal vereiste en actuele asbelasting te berekenen en het actuele en maximale totaalgewicht. De gegevens van de trekker vindt u in het instructieboek van de trekker. De gegevens van de banden vindt u in de informatie van de bandenfabrikant.
Pagina 18
Veiligheid Berekeningen Met de waarden zoals genoemd in de bovenstaande tabel kunt u de berekeningen uitvoeren. Werkelijk totaalgewicht Het werkelijke totaalgewicht mag het maximaal toegestane totaalge- wicht niet overschrijden. Bereken het werkelijke totaal gewicht (in kg) als volgt: Werkelijk totaalgewicht (kg) = A + D + E Werkelijke voor-asbelasting De werkelijke voor-asbelasting mag de maximaal toegestane belasting niet overschrijden.
Pagina 19
Veiligheid Benodigde ballast achter De minimale belasting voor de achteras moet 45% van het leeggewicht van de trekker zijn. Bij een gedragen machine in de fronthefinrichting berekend u de minimaal benodigde ballast (in kg) in hefinrichting achter aan de trekker als volgt: ( D x f ) - ( C + g ) + (0.45 x A x g ) Benodigde ballast achter (kg) = g + h + i...
Veiligheid Machine Controleer voor gebruik de staat van de machine Controleer de volgende punten alvorens de machine te gebruiken: • is de machine in een goed functionerende, veilige staat? • zijn alle verlichting, veiligheid- en waarschuwingsvoorzieningen juist gemonteerd en in goed functionerende staat? •...
Pagina 21
Veiligheid Koppelas Gebruik de juiste koppelas Gebruik alleen koppelassen die overeenkomstig de specificaties van de fabrikant zijn bedoeld voor dit specifiek gebruik! Om bescherming van zowel mens als machine te garanderen moet u bijzondere voorzichtigheid in acht nemen tijdens werkzaamheden met of aan een koppelas die afwijken van hetgeen in deze handleiding of de instructie op de koppelas beschreven staat.
Veiligheid Hydraulisch systeem Hydraulische olie staat onder hoge druk Probeer nooit om een lek te dichten met uw vingers. Probeer nooit een hydraulisch lek met de hand te zoeken of zelfs dicht te houden! Gebruik bij controle altijd een plankje, of iets dergelijk en draag een veiligheidsbril en handschoenen! Vloeistof onder hoge druk spuit gemakkelijk door...
Veiligheid Gebruik Eerste gebruik alleen na training De machine mag niet in bedrijf worden gesteld alvorens de gebruiker goede instructies voor ingebruikname heeft ontvangen van de dealer of een bevoegde representant van de fabrikant. Zorg ervoor dat u met alle systemen en bedieningselementen en hun functies vertrouwd bent alvorens er mee te werken! Gedurende het werk is het daarvoor te laat! Onkundig gebruik kan letsel en schade aan de machine veroorzaken.
Veiligheid Transport Controleer de ontkoppelingstouwen van de snelkoppeling De ontkoppelingstouwen mogen nooit gespannen zijn en moeten voldoende bewegingsvrijheid hebben, zelfs met de hefinrichting in de laagste positie, omdat anders de snelkoppelingen onbedoeld kunnen ontkoppelen. Rijd voorzichtig Aangekoppelde machines beïnvloeden rijgedrag, bestuurbaarheid en remwerking.
Pagina 25
Veiligheid Aftakas draait uit na uitschakelen Na uitschakelen van de aftakas bestaat er gevaar door uitdraaien van de machine vanwege de massatraagheid. Blijf uit de buurt van de machine totdat alle bewegende delen helemaal stil staan. Het benaderen van een draaiende machine kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Pagina 26
Veiligheid Verander de machine niet Verander de machine op geen enkele manier. Ongeoorloofde veranderingen kunnen het gebruik en/of de veiligheid van de machine schaden en de levensduur van de machine beïnvloeden. Vermijd contact met middelen Bij het reinigen van de machine kunt u eenvoudig in contact komen met middelen.
Hij wordt bevestigd in de driepuntshefinrichting van de trekker: • Cat. II voor de PS 604-1654 • Cat. I/II voor de PS 403 / 503 en VITI • Cat. I voor de PS 225 / 335 Kantstrooien is mogelijk met toepassing van: • kantstrooiplaat, • kantstrooicilinder. Andere gebruiksgebieden Poeder-, zout- en grindstrooien is mogelijk met type 225-335,604- 804-1004.
Machine leren kennen Strooibeeld Bepalend voor een goed strooibeeld is de kwaliteit kunstmest die verstrooid wordt en een goed ingestelde machine. Het strooibeeld wordt mede bepaald door: • de werkbreedte, • het type strooipijp, • de ingestelde hoek van de strooipijpslag •...
Machine leren kennen Strooibeeldvormen Met de hier beschreven instellingen en hulpmiddelen is het mogelijk om een optimale verdeling van uw kunstmestgift bij minimale milieubelasting te verkrijgen. Volveldsstrooibeeld Het volveldsstrooibeeld met driehoekig strooibeeld Voor de meeste kunstmestsoorten heeft u bij werkbreedtes van 8 tot 15 meter een driehoekig strooibeeld met volledige overlap verwachten.
Machine leren kennen Kantopstrooien met Met de hydraulische kantstrooicilinder is het mogelijk om vanuit het kantstrooicilinder eerste spuitspoor tot aan de rand te strooien (kantop strooien). Keuze van het kantstrooibeeld Het is onmogelijk om met de kantstrooicilinder tot de veldrand 100% van de gift te strooien en niets over de rand te strooien.
Machine leren kennen Nauwkeurige instelling De strooier biedt u de mogelijkheid om de gift en werkbreedte onafhankelijk van elkaar in te stellen. Bovendien is het mogelijk om 2 van de 3 doseeropeningen te sluiten, zodat ook bij een lage uitstroom- snelheid de gewenste gift nauwkeurig kan worden ingesteld, terwijl het risico op verstopping beperkt blijft.
Pagina 32
Machine leren kennen Fijndoseren (accessoire) Normaal doseren Voor een nauwkeurige gift over een groot instelbereik wordt een doseerunit met 3 gaten toegepast. Afdekplaat Fijndoseren Lage giften hebben kleinere doseeropeningen tot gevolg. Voor het strooien van lage giften kunt u de strooier aanpassen met een fijndoseerset.
Machine leren kennen Bediening van de strooier Handmatige-, hydraulische- of elektronische bediening Het openen en sluiten van de dosering gebeurt met: Handbediening • een handbediende hendel vanaf de trekkerstoel, Handbediening door open raam Hydraulische bediening (accessoire) • een enkelwerkend hydraulisch trekkerventiel opent en sluit vanuit Hydraulische bediening de gesloten cabine de dosering.
Machine leren kennen Technische gegevens I / II I / II 403 VITI I / II 503 VITI I / II 1650 15** 1650 15** 1650 15** 1650 15** 1004 1000 1650 15** 1154 1150 1650 15** 1354 1350 1650 15** 1654 1650...
Pagina 35
Trekker + strooiende strooier (Kali 60) (dB) 80,5 83,0 Smering Vetsoort EP 00/000 Aantal smeernippels PS 225 - 335 5 (hand- en hydraulisch bediend); 6 (met EDII) Aantal smeernippels PS 403 - 1654 Koppelas smeerpunten (vet) 5 (4 nippels en de raakvlakken van de profielbuizen) (olie)
Montage instructie Montage instructie Controle van Om reden van transport zal de machine zo compact mogelijk worden afgeleverd. Mogelijk heeft u dealer de machine al gemonteerd. geleverde machine De strooier bestaat uit de volgende delen: • het frame, • het strooiunit, •...
Pagina 37
Montage instructie Werk op een schone ondergrond Reinig voor u de montage begint de ondergrond en de directe werkomgeving waar u de machine plaatst. Een machine die op verpakkingsresten of onderdelen geplaatst wordt kan tijdens het monteren weg glijden met materiele schade en mogelijk lichamelijk letsel als gevolg.
Montage instructie • Steun voor de hydraulische cilinder van doseermechanisme. Cilindersteun op unitkap U dient een extra gat te boren in de kap van het strooiunit als de strooier hydraulische bediening heeft. Zie de paragraaf »Hydraulische bediening« op pagina 54. •...
Montage instructie Montage frame PS225 Bevestigpunt koppelassteun Borgclip Monteer de steun voor de koppelas. Monteer het koord met de borgclip. Plaats de top-pen in de topverbinding. Borg de top-pen met de borgclip. Top-pen Plaats de borgclips op de hefpennen. Borgclip Koppelassteun Hefpennen...
Montage instructie Montage van het strooiunit in Plaats het strooiunit op het frame. het frame Houd de beschermplaat onder het strooiunit tegen het frame. Steek de bouten van boven af door het strooiunit, het frame en de Strooiunit beschermplaat.
Monteer altijd de zeef boven de roerkroon. De zeef voorkomt direct contact met de heftig bewegende roerkroon. Het weglaten van de zeef kan zwaar lichaamlijk letsel veroorzaken. : PS 225-335 heeft een eigen roerkroon die afwijkt van de overige ET OP typen! Montage roerkroon ...
Montage instructie Opzetrand PS335 monteren Alleen PS335 Monteer, indien meegeleverd, de stalen kuipvoering. Plaats de opzetrand op de kuip. Plastic kapje Boor gaten van 9 mm in de kuiprand. Steek de bouten van boven af door de ringen en gaten. ...
Montage instructie Leid de twee kabels met de lamp om de kuip heen naar de Kabel met stekker montagepunten op de drager. Zorg dat bewegende bedieningsdelen de kabel niet raken. Zo wordt beschadiging door bewegende delen voorkomen. Monteer de lampen met de beschermkap op de dragers met twee ringen en M5 moeren elk.
Montage instructie • ED II actuator Actuator EDII Voor elektrische bediening van de strooier door de PS-ED II moet de strooier zijn uitgerust met een actuator. Monteer de actuator met beugel aan het strooiunit als de strooier met ED II is uitgevoerd. ...
Pagina 47
Montage instructie Bovenframe* Vorken naar voren gericht Koppelassteun Framesteunen Borgclip Onderframe Hefpen met borgclip Top-pen * Bovenframe PS-VITI in lengterichting monteren. Monteer de framesteunen aan het bovenframe. De vorken aan de framesteunen moeten naar voren wijzen. Bevestig het bovenframe aan het onderframe met de meegele- verde pasbusjes, bouten en moeren.
Montage instructie Montage van het strooiunit in Plaats het strooiunit op het frame. het frame Houd de beschermplaat onder het strooiunit tegen het frame. Steek de bouten van boven af door het strooiunit, het frame en de Strooiunit beschermplaat.
Pagina 49
Montage instructie Montage stalen kuipvoering Om overmatige slijtage van de kuip te voorkomen beschermt een (accessoire) stalen voering de kuip ter hoogte van de optionele roerkroon. Boutkop aan binnenzijde Plaats de voering in de kuip en teken de boorgaten af. ...
Montage instructie Montage zeef PS 403 Leg de zeef in de kuip. Boutkop aan binnenzijde Teken de vier gaten af op de kuip. Boor de gaten met een 9 mm boor. Monteer de zeef met • de boutkoppen aan de binnenzijde, •...
Montage instructie PS 604 - 1654 Montage-volgorde PS 604-1654 • Opbouw strooiunit met accessoire steunen. • Opbouw basisframe met diverse delen. • Montage strooiunit (met beschermplaat) in het frame. • Kuip monteren (met opzetrand). • Afmonteren van de • bedieningsdelen, •...
Pagina 52
Montage instructie Montage frame PS 604-1654 Basisframe met de diverse delen Standaard is de machine voorzien van een handbediening voor het doseermechanisme. Als accessoire zijn hydraulische en elektrische bediening verkrijgbaar. Top-pen borgclip met koord Koppelassteun Hefpen Verstevigings-as PS 604 - 954 Zonder- of met 200 liter opzetrand De modellen zonder- of met de 200 l opzetrand hebben geen versteviging tussen de hefpennen.
Montage instructie moeren (horizontale gaten). Monteer vervolgens de versteviging-as aan de hefpennen (verticale gaten). Monteer het koord met de borgclip. Monteer de koppelassteun. Parkeerwielen monteren Monteer tevens de parkeerwielen indien geleverd. (accessoire) Het frame staat daarna stabiel voor de rest van de montage. ...
Pagina 54
Montage instructie Hydraulische bediening Met de hydraulische bediening kunt u het doseermechanisme met een enkelwerkend hydraulisch ventiel vanuit de trekker bedienen. Gaffel Scharnierarm Bevestigingsplaat Accumulator Buitenste gat Regelstaaf Ø 11 mm Bevestig met een ring en spanstift de scharnierarm in het scharnieroog aan het frame.
Montage instructie Bevestig de slang aan de cilinder. Sluit de hydraulische slang aan op een hydraulisch ventiel van de trekker en op de kraan. Controleer de hydraulische componenten op lekkage en schade. zie paragraaf »Controle van het hydraulisch systeem« op pagina Kraan gesloten 132.
Montage instructie Montage van de kuip PS-04 De beide kuipen, PS604 en PS754, worden op gelijke wijze gemonteerd. Echter de zeef is niet gelijk en alleen in de PS 604 kan een stalen kuipvoering gemonteerd worden. PS 604 - 1654 ...
Montage instructie Montage opzetranden Alle opzetranden zijn voorzien van boutgaten die in de kuip afgetekend en geboord dienen te worden. PS 804 - 1354 Leg de opzetrand op de kuip en teken de gaten af op de kuiprand. Plastic kapje ...
Montage instructie Montage van de roerkroon en Voor het strooien van poeders en vochtige kunstmestsoorten de zeef adviseren wij u om de roerkroon te monteren. Door de extra roerbeweging verbetert de toevoer naar de doseeropeningen. Het risico op verstoppingen en brugvorming in de kuip is kleiner. Monteer altijd de zeef boven de roerkroon.
Pagina 59
Montage instructie Montage zeef PS 604 en De zeef en de montage daarvan verschillen voor beide kuipen De 600 liter kuip heeft een vast gemonteerde zeef en de 750 liter kuip een inlegzeef met vergrendeling. Montage PS604 zeef Leg de zeef in de kuip. ...
Montage instructie Montage van de strooipijp De strooipijp heeft een semi-snelsluiting, waardoor de pijp snel te monteren of te verwijderen is. Flens Steek de bouten met ring door de aluminium houder heen. Houd de aluminium houder tegen de flens van de uitstroom- opening en draai de bouten in de vierkante moer aan de achterzijde van de flens vast.
Pagina 61
Montage instructie Kantstrooiplaat monteren Kantstrooiplaat draagframe monteren Wordt de machine geleverd met de kantstrooiplaat, monteer dan eerst Draagframe voor kantstrooiplaat het draagframe aan de rechter kant van het strooiunit. Mogelijk in 2 vulringen combinatie met de overige accessoires die aan het strooiunit gemonteerd worden.
Pagina 62
Montage instructie Zie voor het juiste type kuip de afbeelding links. PS 604-1654 kuip PS 403 / 503 kuip Boor de twee gaten van 11 mm in de kuip. Monteer de haak met de ringen en bouten van binnenuit. 11 mm 11 mm ...
• voldoende hydraulische ventielen, zie paragraaf »Benodigde hydraulische ventielen« op pagina Hefinrichting De trekker moet voorzien zijn van een cat.I (PS 225/335) respectie- velijk cat.I/II (PS 403/503) of cat.II (PS 604-1654) driepunts- Ventielen hefinrichting. Een lichte bediening van topstang- en hefstangverstelling is belangrijk.
Vóór eerste gebruik Koppelas monteren De meegeleverde koppelas is voor de meeste typen trekkers te lang U dient bij het aankoppelen aan de trekker de koppelas op de juiste lengte te maken. Een te lange koppelas veroorzaakt ernstige materiele schade aan de machine en de trekker. ...
Vóór eerste gebruik Slipkoppeling afstellen Aan de machinezijde van de koppelas bevindt zich een slipkoppeling. Deze slipkoppeling beveiligt de machine tegen overbelasting. Controleer voor het eerste gebruik de afstelling van de drukveren in de slipkoppeling. De veerlengte moet 26 mm zijn. Een statisch draaimomentcontrole kunt u uitvoeren met een moment- sleutel.
Pagina 66
Vóór eerste gebruik Plaats de machine op een steunbok voordat u tussen trekker en machine komt De machine kan nu niet zakken als de hefinrichting, onbedoeld, wordt bediend als u zich tussen de trekker en machine begeeft. Schakel ook de trekkermotor uit. Zonder de steunbok kunt u door een zakkende max.30 hefinrichting bekneld raken en mogelijk zwaar lichamelijk letsel max.30...
Aankoppelen aan de trekker Beveilig de bedieningsorganen Aankoppelen aan de trekker Verzeker u ervan dat onderdelen zoals touwen, slangen, enz., die op afstand bijvoorbeeld cilinders activeren, zo zijn geplaatst dat ze deze nooit onbedoeld activeren of blokkeren! Onbedoelde bewegingen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Veilig aan- of afkoppelen Het aan- en afkoppelen van een machine brengt extra risico op verwondingen met zich mee.
Aankoppelen aan de trekker gewas of kledingstukken omwikkelen wat tot materiele schade en zwaar lichamelijk letsel kan leiden. Machine aankoppelen De ruimte tussen de strooier en de trekker is zo beperkt mogelijk gemaakt om het zwaartepunt zo dicht mogelijk achter de trekker te houden.
Aankoppelen aan de trekker Fronthefinrichting Koppel de machine alleen aan in de fronthefinrichting als deze: • voldoende hefvermogen heeft, • van dezelfde Hefpen categorie is als de machine, • de minimale en maximale belasting van de voor- en achter-as en het totaalgewicht niet overschreden wordt, •...
Aankoppelen aan de trekker Hydraulische slangen Kleurcodering van de hydraulische koppelingen aansluiten Voorkom storingen en fouten in de bediening door de koppelingen aan machinezijde en trekkerzijde te markeren met kleuren en olierichting (+ en - of P en T). Bij verkeerd aangesloten hydrauliek Ventielen slangen kunnen functies omgekeerd zijn (bijvoorbeeld heffen in plaats van zakken).
Pagina 71
Aankoppelen aan de trekker Hefinrichting Controleer de ontkoppelingstouwen van de snelkoppeling aankoppelen De ontkoppelingstouwen mogen nooit gespannen zijn en moeten voldoende bewegingsvrijheid hebben, zelfs met de hefinrichting in de laagste positie, zodat de snelkoppelingen niet onbedoeld kunnen ontkoppelen. Onbedoelde ontkoppeling veroorzaakt schade aan de machine en heeft mogelijk persoonlijk letsel tot gevolg.
Pagina 72
Aankoppelen aan de trekker Machine controleren en Voer na het aankoppelen altijd een controle aan de machine en stel afstellen deze, indien nodig, horizontaal. Hef de strooier tot deze vrij komt van de grond of de verhoging. (: - 2") 75 cm ”) (292@)
Werkzaamheden vóór het strooien Werkzaamheden vóór het strooien Online strooitabellen- Dosering bepalen via internet Informatie over de instellingen van de strooier kunt u vinden in de service strooitabelsticker, maar ook via de online strooitabellenservice. Bovendien vindt u daar extra kunstmestsoorten, die recent getest zijn. U voert de werkbreedte, gift, rijsnelheid en type bemesting in.
Pagina 74
Werkzaamheden vóór het strooien Strooigegvens invulscherm Dit scherm vraagt u de benodigde gegevens voor een strooi-advies in te vullen. Vul de benodigde gegevens in. Voorbeeld 1: U gaat strooien met de volgende waarden: Gewenste gift (kg/ha) Gewenste werkbreedte (m) Gewenste rijsnelheid (km/h) Werkbreedte 15 mtr...
Werkzaamheden vóór het strooien Keuze te strooien granulaten De lijst met granulaten waarover een advies gegeven kan worden wordt steeds vernieuwd en uitgebreid. Kijk regelmatig op de site om de meest actuele gegevens te gebruiken. Kies de soort waarmee u strooit of die er het meest op lijkt door deze aan te klikken.
Pagina 76
Werkzaamheden vóór het strooien Advies uitprinten Met een aangesloten printer kunt u de adviespagina uitprinten. Druk de pagina af. Volledige tabel inzien Ook kunt u de hele tabel bekijken voor meer giften en hun instellingen Druk hiertoe op deze toets. ...
Werkzaamheden vóór het strooien Juiste instelling vinden Werkzaamheden vóór het strooien voor uw strooiwerk De onderkant van de strooitabelsticker is een illustratie die uitlegt hoe in 6 stappen de instelling te bepalen: 6-stappen methode Uitleg van de 6-stappen methode: 1 Bepaal de werkbreedte die u gaat rijden in meters. 2 ...
Werkzaamheden vóór het strooien Gebruik rekenschuif en Nu de kunstmestsoort is bepaald, worden de overige gegevens strooitabelsticker verwerken tot de juiste instelling van de strooier. Berekening van de Beschikt u niet over een toegang tot Internet, bereken dan eerst de uitstroomsnelheid (kg/ dosering in kg/min.
Werkzaamheden vóór het strooien De rekenschuif De rekenschuif die bij uw strooier geleverd is gebruikt u bij het bepalen van de uitstroomsnelheid in kg per minuut (stap 1-4). U gebruikt deze om: • de instelling van de regelstaaf op de strooitabelsticker te vinden (stap5 en 6).
Pagina 80
Werkzaamheden vóór het strooien Trek de lineaal verder naar rechts tot de gift van 200 kg/ha gelijk staat met de haarlijn en de 15 m. werkbreedte. Knijp de buitenhuls vast tussen linker duim en wijsvinger. De lineaal kan nu niet verschuiven in de buitenhuls. 3.
Pagina 81
Werkzaamheden vóór het strooien Strooitabelsticker De strooitabel geeft voor een bepaald soort kunstmest de beste instelling om een goede verdeling te bereiken. De opbouw van de tabel is gebaseerd op het resultaat van de stappen 1 tot 4 waarmee u de uitstroomsnelheid hebt bepaald. ...
Werkzaamheden vóór het strooien Strooier instellen Vermijd contact met kunstmest en andere middelen Bij het vullen, afstellen en testen van de strooier komt u waarschijnlijk in contact met de kunstmest of andere middelen die u wilt verstrooien. Draag beschermende kleding en veiligheidshandschoenen, lees de veiligheidsinstructies van de leverancier en volg extra aanwijzingen op.
Pagina 83
Werkzaamheden vóór het strooien • Toerental aftakas instellen Aftakas toerental advies Werkbreedten tot 12 meter worden gestrooid met 540 rpm. Soort afhankelijk is bij het aftakas toerental van 620 rpm met een grotere werkbreedte te werken. Dit is alleen mogelijk als dit op de strooitabellen website of de strooitabelsticker vermeld staat! ...
Werkzaamheden vóór het strooien Doseerstand bij afwijkende Als uw trekker bij het opgegeven aftakas-toerental niet met een rijsnelheid snelheid kan rijden die is weergegeven in de strooitabel, moet u de doseerstand opnieuw bepalen via de online strooitabel, de rekenschuif of de formule. ...
Pagina 85
Werkzaamheden vóór het strooien De stelmoer heeft 6 standen of “klikken” per omwenteling. 53,1 - 39,9 Per klik loopt de uitstroomsnelheid = 2,2 kg/min op. Stand 36 tot 42 lopen op zoals in de onderstaande tabel getoond Doseerstand uitstroom (kg/min) 39,9 42,1 44,3...
Werkzaamheden vóór het strooien Fijndoseren Normaal gesproken openen alle drie doseeropeningen evenredig met de doseerstand die u heeft ingesteld. Bij een lage gift en/of lage Doseeropeningen rijsnelheid zijn de doseeropeningen slechts een klein stukje geopend omdat er weinig kunstmest door de doseeropeningen van de strooier moet stromen.
Werkzaamheden vóór het strooien • of met de rekenschuif en strooitabelsticker. Doseerstand berekenen en Nu de uitstroomsnelheid afwijkt van de gewenste uitstroomsnelheid aanpassen bij fijndoseren moet u de doseerstand aanpassen. Aan de hand van onderstaand voorbeeld wordt uitgelegd hoe u daarbij te werk gaat als u wilt fijndoseren.
Werkzaamheden vóór het strooien Corrigeren van de doseerstand bij Het resultaat van de afdraaiproef maakt soms een correctie van de fijndoseren gevonden stand noodzakelijk. Dit gebeurt zoals in het volgende voorbeeld. Bijvoorbeeld: Het verwachte resultaat is 20 kg/min. In 1 minuut heeft u 21,2 kg kunstmest opgevangen. Dit is 1,2 x 3 = 3,6 kg/min te veel bij alle doseergaten open.
Werkzaamheden vóór het strooien Overige instellingen Als tijdens het verminderen van de werkbreedte het aftakas-toerental te laag wordt is optioneel de strooipijpslag te verstellen. Strooipijpslag verstelling (accessoire) Werkbreedte variëren met de strooipijphoek .Hiermee kunt u de werkbreedte ca. 25% verminderen. De standaard strooipijp strooit met de kleine hoek ca.
Pagina 90
Werkzaamheden vóór het strooien Draai de sleutel nu tot de pijl naar onder wijst; de Min, stand. Laat de sleutel terugveren. Het stelmechanisme heeft geen tussen liggende standen. Pijl op stelsleutel Strooipijpslag verstelling in minimum stand. De pijl wijst naar Min. Pijl op stelstuk ...
Werkzaamheden vóór het strooien Vullen Vermijd contact met kunstmest en andere middelen Bij het vullen van de machine kunt u eenvoudig in contact komen met middelen. Draag daarom beschermende kleding, zoals veiligheids- handschoenen, veiligheidsschoenen en een veiligheidsbril. Lees ook de veiligheidsaanwijzingen van de middelenfabrikant en volg de aanvullende aanwijzingen op.
Pagina 92
Werkzaamheden vóór het strooien Laadhoogte Na het afstellen van de strooier kunt u deze vullen tot het gewenste niveau. In geval u geen werkzaamheden boven de kuip behoeft te verrichten kan de hoogte aangepast worden aan het automatisch vulsysteem. Als tijdens het vullen, handmatig of met grote zakken, de afstand tussen de kuiprand en grond groter is dan 1250 mm, moet u een laadplatform gebruiken.
Werkzaamheden vóór het strooien Afdraaiproef Vermijd contact met kunstmest en andere middelen Bij het vullen, afstellen en testen van de strooier komt u waarschijnlijk in contact met de kunstmest of andere middelen die u wilt verstrooien. Draag beschermende kleding en veiligheidshandschoenen, lees de veiligheidsinstructies van de leverancier en volg de vermelde aanvullende aanwijzingen op.
Werkzaamheden vóór het strooien Afdraaiproef uitvoeren De afdraaiproef zult u normaal gesproken op het erf uitvoeren. Volg bij de optionele ED II de procedure zoals beschreven in de ED II gebruikershandleiding. Hierna volgt de procedure voor hand-en hydraulisch bediende strooiers. Werk nauwkeurig om tot een optimaal resultaat te komen! ...
Werkzaamheden vóór het strooien Doseerstand aanpassen In geval de werkelijke uitstroomsnelheid afwijkt van de gewenste uitstroomsnelheid moet u de doseerstand aanpassen. Aan de hand van onderstaand voorbeeld wordt uitgelegd hoe u daarbij te werk gaat. Met de kunstmestsoort en strooitabel uit het voorbeeld: ...
Werkzaamheden vóór het strooien Strooibeeld Vermijd contact met kunstmest en andere middelen Bij het vullen, afstellen en testen van de strooier komt u waarschijnlijk controle in contact met de kunstmest of andere middelen die u wilt verstrooien. (bakkentest) Draag beschermende kleding en handschoenen, lees de veiligheids- instructies van de leverancier en volg aanvullende aanwijzingen op.
Pagina 97
Werkzaamheden vóór het strooien Voer altijd eerst een afdraaiproef uit en stel de juiste doseerstand in ANWIJZING alvorens het strooibeeld te controleren. Verandering van de doseerstand heeft ook invloed op het strooibeeld! Zie paragraaf »Afdraaiproef« op pagina 93. De weersomstandigheden hebben grote invloed op het strooibeeld ANWIJZING tijdens het strooien en bij het uitvoeren van een bakkentest.
Pagina 98
Werkzaamheden vóór het strooien Volveldsstrooibeeld Als u de strooier correct heeft afgesteld en de rijpaden op de juiste testen afstand van elkaar liggen, krijgt u een goede verdeling van de kunstmest over het land. Voorwaarde is wel dat het strooibeeld van de strooier de juiste vorm heeft.
Pagina 99
Werkzaamheden vóór het strooien Stop pas met strooien als u de opvangbakken tenminste een halve werkbreedte bent gepasseerd. Rijd in het volgende spoor terug, midden over opvangbak 7. Hanteer dezelfde afstand bij het openen en sluiten van de dosering.
Werkzaamheden vóór het strooien Kantstrooibeeld testen Voer altijd eerst een afdraaiproef uit en stel de juiste doseerstand in alvorens het strooibeeld te controleren. Verandering van de doseerstand heeft ook invloed op het strooibeeld! Zie paragraaf »Afdraaiproef« op pagina 93. Bij kantstrooien, ongeacht de gebruikte methode, wilt u een maximale aanvulling naar de rand maar minimaal verlies in de sloot: Kantstrooiplaat...
Pagina 101
Werkzaamheden vóór het strooien Uitvoering Fictieve slootkant Schakel de trekker uit en verwijder de sleutel uit het contactslot en zet de trekker op de parkeerrem. Stel de strooier in aan de hand van de gegevens uit de strooitabel van de gewenste werkbreedte en de instructie in hoofdstuk »Kantstrooien«...
Pagina 102
Werkzaamheden vóór het strooien Beoordeling en aanpassing Slootkant Het maximaal toelaatbaar verlies in de sloot is vastgelegd in de milieunorm (EN 13739-1). Om aan de norm te voldoen mag de hoeveelheid kunstmest in de 1e opvangbak, die in de fictieve sloot staat, maximaal 10% zijn van de hoeveelheid in de opvangbak midden in het rijspoor (= 100%).
Werkzaamheden vóór het strooien Testen volvelds strooibeeld bij kantstrooien Aansluitend strooibeeld bij Test vervolgens het aansluitende volvelds strooibeeld met het kantstrooiplaat juiste aftakas-toerental. Verdeel de bakken als hieronder; met een fictieve slootkant. Fictieve slootkant X m (X ft) Beoordeling en aanpassing Het maximaal toelaatbaar verlies in de sloot is vastgelegd in de milieunorm (EN 13739-1).
Rijden op de weg Rijden op de weg Voor u de weg Blijf binnen de toelaatbare en veilige hoogte ten opzichte van • opgaat voorgeschreven maximum hoogte voor voertuigen in het wegen- verkeersreglement, • hoogspanning- of andere bekabeling boven de weg, •...
Rijden op de weg Machine transportklaar Breng eventuele verlichting en waarschuwingstekens aan. maken Loop alle inklapbare delen na en controleer hun borging: • afdekzeil, • kantstrooiplaat of kantstrooicilinder. Zet alle onderdelen van de machine en trekker, met name de aftakas, het hydraulisch, pneumatisch en elektrisch systeem in transportstand.
Gebruik op het land Beknelling tussen bewegende delen Gebruik op het land Pas op voor beknelling tussen bewegende delen tijdens afstel- werkzaamheden. Onbedoelde aanrakingen van bedieningshendels kunnen de machine laten bewegen. Begin pas met de werkzaamheden als alle delen van de machine niet meer bewegen en de bedieningshendels beveiligd zijn.
Gebruik op het land De meeste soorten kunstmest trekken water aan en kunnen dan grote ANWIJZING brokken vormen. Deze brokken kunnen de strooier verstoppen of het strooibeeld verstoren. • Werk onder vochtige weersomstandigheden alleen met een goed gesloten afdekzeil. • Strooi zonder afdekzeil niet onder vochtige weersomstandig- heden.
Pagina 108
Gebruik op het land Laatste controle van de Onderstaand is een controlelijst afgedrukt. afstelling Volg deze laatste controle voor een goed strooiresultaat. Werkt u met instellingen uit de juiste strooitabel aan de hand van: • type kunstmest, • gewenste werkbreedte, •...
Gebruik op het land Rijpaden uitzetten Voorkom rijfouten Voor een juiste verdeling is het van belang dat u de strooibeelden goed met elkaar laat aansluiten. Bij gemiddelde werkbreedtes is een afwijking in overlap minder ernstig. Voornamelijk bij grote werkbreedtes, kunnen afwijkingen in de overlap waarneembaar zijn.
Gebruik op het land Rijpaden bij gebruik van de kantstrooiplaat Bij het kantafstrooien met de kantstrooiplaat rijdt u • de buitenste werkgang ca. 3 meter (1/4 werkbreedte) uit de perceelrand. • de volgende omgang op 9 meter (3/4 werkbreedte) in het eerste spuitspoor.
Gebruik op het land Strooien Als alle voorbereidingen getroffen zijn kunt u de eerste omgang gaan strooien of een strooibeeldtest gaan uitvoeren. Zie »Strooibeeld controle (bakkentest)« op pagina 96. Sluit de cabine door alle deuren en ramen dicht te doen. ...
Gebruik op het land Werkwijze op de kopakker Hoe u moet stoppen en wenden op de kopakker, hangt af van het feit of u • vanuit het spuitspoor kantopstrooit met de kantstrooicilinder • of kantafstrooit met de kantstrooiplaat. Tijdens het kopakkerstrooien gaat u als volgt te werk: Kopakker strooien bij gebruik van ...
Gebruik op het land Kantstrooien Het verspreiden van kunstmest aan de rand van het perceel vereist specifieke aandacht. Enerzijds wilt u een maximale aanvulling naar de rand voor een goede opbrengst van het gewas, anderzijds wilt u het verlies over de perceelrand heen minimaliseren. De strooier kent 3 verschillende werkwijzen en bijbehorende aanpassingen voor het kantstrooien.
Pagina 114
Gebruik op het land Werkwijze Kantstrooiplaat in werkstand plaatsen Verwijder 2 borgclips Transporthaak Schakel de trekker uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. Zet de trekker op de parkeerrem. Monteer de kantstrooiplaat in werkstand. Verwijder de 2 borgclips die de plaat in transportstand houden. ...
Pagina 115
Gebruik op het land In dit voorbeeld is de gift en de uitstroomsnelheid fijndoserend: • 30% van de volvelds gift 0,3 x 200= 60kg/ha met de uitstroom- snelheid 9,6 kg/min. • 50% van de volvelds gift 0,5 x 200=100 kg/ha met de uitstroom- snelheid 16 kg/min.
Gebruik op het land Kantstrooien met de kantstrooicilinder Werking Bij het kantopstrooien met de kantstrooicilinder (accessoire) rijdt u op een halve werkbreedte (1/2 X meter) vanaf de perceelrand. De werkbreedte aan de kant van de perceelrand stelt u in door de positie van de kantstrooicilinder en/of het aftakas-toerental te wijzigen.
Gebruik op het land Werkwijze Start de trekker, schakel de aftakas in. Bedien het betreffende hydraulisch ventiel enkele seconden om de kantstrooicilinder in werkstand te zetten. Wijzig de kantelhoek van de strooier volgens de hoek die u gevonden heeft tijdens de kantstrooibeeld-test.
Gebruik op het land Storing en Pas op voor beknelling Tijdens het werken met de strooier kunt u eenvoudig bekneld raken. verstopping Werk veilig met de machine door: • het hydraulisch systeem drukloos te maken, • de trekker uit te schakelen en de sleutel uit het contactslot te verwijderen, •...
Pagina 119
Gebruik op het land • Strooi niet zonder afdekzeil onder vochtige weersomstandig- heden. • Laat kunstmest nooit langdurig in de strooier zitten. Door vocht in de lucht kunnen ook brokken ontstaan. • Reinig de strooier na gebruik altijd grondig, ook de doseerope- ningen en de strooipijp.
Pagina 120
Gebruik op het land Verstopping In geval u geen schade heeft gevonden is de oorzaak van de storing waarschijnlijk verstopping door een brok of aangekoekte laag kunstmest. Probeer de brok of aangekoekte laag met een voorwerp te verkleinen, bijv met een stok of schroevendraaier. In geval u de zeef demonteert om vanaf de bovenzijde de brok of ANWIJZING aangekoekte laag te verkleinen, dient u deze direct weer te monteren.
Wegzetten van de machine Vermijd contact met kunstmest en andere middelen Wegzetten van de machine Bij het wegzetten van de machine kunt u eenvoudig in contact komen met middelen. Draag daarom beschermende kleding, zoals veiligheidshandschoenen, veiligheidsschoenen en een veiligheidsbril. Lees ook de veiligheidsaanwijzingen van de middelenfabrikant en volg de aanwijzingen op.
Wegzetten van de machine Laat de strooier zakken. Open de doseerunit. Schakel de trekker uit, verwijder de sleutel uit het contactslot en zet de trekker op de parkeerrem. Reinig de smeernippels van oud vet met een doek. ...
Wegzetten van de machine Als de hefinrichting niet voldoende ver kan zakken om de vanghaken te ontkoppelen, adviseren wij u om de strooier op een stevige, stabiele Parkeerwielen verhoging te plaatsen, bijvoorbeeld een pallet. Met een set parkeerwielen voor de PS-04 modellen wordt afkoppelen en wegzetten van de lege strooier eenvoudig.
Onderhoud Repareer beschadigingen direct en veilig Onderhoud Repareer een machine voor u verder werkt op een veilige manier door: • de trekker en machine op een stevige en vlakke ondergrond te plaatsen, • de aftakas uit te schakelen, • het hydraulisch systeem drukloos te maken, •...
Pagina 125
Onderhoud accessoires en onderdelen juist monteren Monteer accessoires en onderdelen volgens voorschrift en bevestig deze uitsluitend aan de daartoe voorbestemde voorzieningen; zorg voor een goede borging. Ondeugdelijk bevestigde accessoires en onderdelen kunnen persoonlijk letsel en schade aan gewas en machine veroorzaken. Draai alle bouten en moeren aan Controleer alle bouten en moeren regelmatig en draai deze aan, na het eerste uur gebruik, volgend op...
Onderhoud Smeren met olie Gebruik nooit meer olie of vet dan is voorgeschreven Warmlopen en schade aan de afdichting kunnen het gevolg zijn van en vet een te hoog oliepeil. Afvalstoffen opvangen en afvoeren Afvalstoffen die ontstaan tijdens het onderhoud van de machine bevatten mogelijk vervuiling met kunstmest, olie en vet.
Het scharnierpunt dient u dagelijks te smeren Draaipunten handbediening PS225-335 smeren PS 225/335 met olie Smeer de draaipunten van de PS225/335 met olie. PS403-1654 Smeernippel op de scharnierbus van bediening bij PS403-1654 ...
Onderhoud Stelstuklager Achter de dop in de beschermkap van het strooiunit vindt u het stelstuk. Smeernippel op het stelstuk Verwijder de dop in de beschermkap Draai het vliegwiel met de hand tot het stelstuk voor het gat staat. Vliegwiellagers Door het gat in de beschermkap voor het stelstuk is ook de smeernippel op het vliegwiellagerhuis te bereiken.
Onderhoud Pendel-as- en gaffellagers Aan de strooipijpzijde van het strooiunit bevinden zich: Smeernippels op gaffellagerhuis (links & rechts) • 2 smeernippels op de gaffellagehuizen; links en rechts naast de strooipijp bevestigingsflens. • en 1 smeernippel op het lagerhuis van de centrale pendel-as Smeernippel op het lagerhuis pendel-as Doseerplaat De doseeropeningen worden geopend en afgesloten door een...
Onderhoud Aanhaalmomenten Richtlijnen voor aanhaalmomenten (in Nm) voor zelfborgende moeren, zeskantbouten en moeren. Aanhaalmomenten Kwaliteit 10.9 12.9 Wrijving* 0,10 0,13 0,10 0,13 0,10 0,13 0,10 0,13 Schroefdraad 1020 1000 1180 * De wrijvingscoëfficiënt van 0,10 geldt voor geoliede plaat, gietijzer, geharde vlakken, vette schroefdraad etc.
Onderhoud Controle van het Hydraulische olie staat onder hoge druk Probeer nooit om een lek te dichten met uw vingers. Probeer nooit een hydraulisch hydraulisch lek met de hand te zoeken of zelfs dicht te houden! systeem Gebruik bij controle altijd een plankje, of iets dergelijks en draag een veiligheidsbril en handschoenen! Vloeistof onder hoge druk spuit gemakkelijk door huid en kleding en veroorzaakt zwaar letsel.
Onderhoud Inspectiecriteria Reparatie van hydraulische slangen is verboden! Vervang slangen als bij inspectie het volgende blijkt: • beschadigingen aan de buitenlaag tot aan de wapening (bijvoor- beeld schaafplekken, insnijdingen en scheuren), • verbrossing van de buitenlaag (scheurvorming in de slangwand), •...
Onderhoud Controle van het Vermijd contact met kunstmest en andere middelen Bij het vullen, afstellen en testen van de strooier komt u waarschijnlijk pendelmechanisme in contact met de kunstmest of andere middelen die u wilt verstrooien. Draag beschermende kleding en handschoenen, lees de veiligheids- instructies van de leverancier en volg extra aanwijzingen op.
Onderhoud Overige lagers Controleer de lagering van vliegwiel, Vliegwiellagers Gaffel- en pendel-as op speling. Lagers van de pendel-as Gaffellager Overige controlepunten Beschermkappen Controleer de beschermkappen van strooiunit en aftakas. Beschermkap strooiunit Vervang beschadigde bescherming direct! Beschermkap koppelas Roerkroon en borgveer Agitator en roerkroon ...
Onderhoud Controle van de Controleer de toestand van de strooipijp op: • strooipijp Beschadiging, slijtage of scheuren in de pijp en strooibeugel. • Staat van de stalen voeringen in de linker- en rechter uitstroom opening. • Aanwezigheid van de plaat in het midden van de pijpmond. Strooibeugel Plaat in pijpmond Stalen voering in uitstroomopening...
Accessoires Accessoires Algemeen Voor aanpassing aan uw trekker en/of werkomstandigheden zijn de volgende accessoires voor uw machine leverbaar. zie ook de accessoire pagina’s van het onderdelenboek. Bij gebruik van niet originele delen en accessoires vervalt alle aansprakelijkheid voor de fabrikant en de garantie op de machine. Hydraulische bediening Met de hydraulische bediening kunt u het doseermechanisme met een enkelwerkend hydraulisch ventiel vanuit de trekker bedienen.
Pagina 138
Accessoires Kantstrooicilinder De kantstrooicilinder is een eenvoudige oplossing om een redelijk kantopstrooibeeld te bereiken. Deze oplossing is eenvoudig in Kantstrooicilinder afstelling en vraagt een minimum aan handelingen. De kantstrooicilinder functioneert ook als verlengset bij korte trekarmen van de hefinrichting van uw trekker. ...
Accessoires Strooipijpslag verstelling Werkbreedte variëren met de strooipijphoek De heen- en weergaande slag van de strooipijp is met een optionele Hoekverstelling strooipijpslag sleutel op een kleinere hoek in te stellen. Hiermee kunt u de werkbreedte ca. 25% verminderen. De standaard strooipijp strooit met de kleine hoek ca. 9 meter werkbreedte in plaats van 12 meter bij de grotere hoek.
Pagina 140
Accessoires Zout- en gritstrooipijp breed Voor zand-, zout- en gritstrooien in winterdienst en wegenbouw op wegen. Zout- en gritstrooipijp Gladheidbestrijding en wegenbouwtoepassing werkbreedte 5-6 meter Strooibeeld Zout- en gritstrooipijp smal Voor zand-, zout- en gritstrooien in winterdienst en wegenbouw op smalle wegen en paden.
Pagina 141
Accessoires A-symmetrische strooipijp (rechts) Voor het rechtzijdig uitbrengen van visvoer in kweekvijvers en dijk bemesting. A-symmetrische pijp rechts Visvijvers en dijkenstrooien op werkbreedte 4-6 meter Strooibeeld Opzetranden U kunt het laadvolume van uw strooier vergroten door een opzetrand te monteren. ...
Pagina 142
Accessoires Parkeerwielset Om de machine veilig door één persoon weg te zetten is een set parkeerwielen leverbaar. Parkeerwielen Reflector Motorrijtuigen met beperkte snelheid (<40km/u), landbouw- en bosbouwtrekkers en hun aanhangwagens alsmede wagens moeten aan de achterzijde zijn voorzien van één rode reflector in de vorm van een afgeknotte driehoek.
Storingen verhelpen Storingen verhelpen Storingstabel Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Pag. Stel de doseerstand in volgens Doseerstand onjuist ingesteld beschreven werkwijze Doseerstand niet gecontroleerd middels Voer een afdraaiproef uit een afdraaiproef Stel de doseerstand bij fijndoseren in Fijndosering onjuist ingesteld volgens de beschreven werkwijze Rijsnelheid te hoog of te laag Pas de rijsnelheid aan of de gift Onjuiste gift...
Pagina 144
Storingen verhelpen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Pag. Mix van kunstmestsoorten gebruikt. Een Controleer het type, vorm en fractio- mix kan ontmengen of typen kunstmest nering. Strooi zo mogelijk met kleine bevatten met zeer verschillende strooiei- werkbreedte genschappen. Nieuwe partij kunstmest verstrooit met Bepaal de eigenschappen van de dezelfde instellingen als vorige partij.
Buiten gebruik stellen Als de levensduur van de machine verstreken is, moet u de Buiten gebruik stellen onderdelen op een juiste manier verwijderen. Neem daarbij de plaatselijk geldende regelgeving in acht! Metalen delen Alle metalen onderdelen moet u bij een metaalrecyclingbedrijf afleveren.
Aansprakelijkheid Aansprakelijkheid Aansprakelijkheid Onverminderd overige bepalingen deze Algemene Voorwaarden en de bepalingen van de productaansprakelijkheidwet is de verkoper uitsluitend in het kader van de onderstaande regelingen aansprakelijk voor schade ontstaan door verwijtbare contractbreuk en door onrechtmatige daad: 1. Hij is ingeval van eigen opzet of grove nalatigheid en van opzet of grove nalatigheid van zijn wettelijke vertegenwoordigers of leiding- gevende medewerkers volledig aansprakelijk voor de schade.
Aansprakelijkheid Klachten De volgende bepalingen zijn, naast de nationale wetgeving, van kracht: • De koper dient apparatuur, accessoires en reserveonderdelen bij aanlevering te controleren op transportschade en volledigheid en onmiddellijk melding te maken van eventuele gebreken. • De verkoper neemt klachten uitsluitend in behandeling indien de koper deze onmiddellijk schriftelijk, doch uiterlijk veertien dagen na ontvangst van het geleverde door de koper, indient.
Type: VN216 / VN202 / VN203 / VN204 Geldig vanaf machinenummer: Typeplaat PS 225/335 VN2160001001 / VN2020001001 / VN2030001001 / VN2040001001 waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de relevante basis veiligheids- en gezondheidseisen volgens de EU- richtlijn 2006/42/EG.
Pagina 150
Index Index aanhaalmomenten doseermechanisme aankoppelen afstellen elektrische stekkers controle hefinrichting doseerstand hydrauliekslangen afwijkende gift aansprakelijkheid afwijkende rijsnelheid accessoires corrigeren afdekzeil instellen afdraaicontainer testen hydraulisch bediening dosering kantstrooicilinder afwijkende gift kantstrooiplaat afwijkende rijsnelheid opzetranden testen verlichtingsset driehoekig strooibeeld afdekzeil montage-instructie afdraaicontainer montage-instructie elektrische stekkers afdraaiproef...
Pagina 151
Index inspectiecriteria vervangen laadhoogte vervangingstermijn lage gift instellen machine afwijkende rijsnelheid afstellen doseerstand afstellen op het veld fijndoseren controleren gift gebruiksgebied juiste gegevens koppelas strooier levensduur transportklaar maken veiligheid veiligheidsstickers kantafstrooien vullen kantstrooiplaat milieu kopakker milieunorm strooibeeld montage-instructie kantopstrooien afdekzeil kantstrooicilinder afdraaicontainer strooibeeld...
Pagina 152
Index pictogrammen profielbuizen technische gegevens testen strooibeeld volveldsstrooibeeld reinigen transport rijpaden machine klaarmaken bij kantstrooicilinder veiligheid bij kantstrooiplaat trekker patroon actiefkoolstoffilter uitzetten asbelasting rijpadenpatronen bestuurbaarheid rijsnelheid elektrische installatie doseerstand aanpassen hefinrichting hydraulisch systeem veiligheid werkplek slipkoppeling afstellen typeplaat smeren koppelas storing oorzaken uitstroompunt...
Pagina 153
Index waarschuwingsdriehoek waarschuwingsstickers plaats uitleg wegzetten winteropslag werkwijze op kopakker winteropslag...