Waarschuwingen
GIFTIGE VLOEISTOFFEN
GIFTIGE
GIFTIGE
Giftige vloeistoffen of dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken als deze in de ogen
of op de huid spatten of ingeademd of ingeslikt worden.
• Raadpleeg het veiligheidsgegevensblad (SDS) over hoe om te gaan met de vloeistoffen die u gaat
gebruiken, voor de specifieke gevaren daarvan en de gevolgen van langdurige blootstelling.
• Tijdens het spuiten, het onderhouden van apparatuur en bij elke aanwezigheid in het werkgebied
moet het werkgebied altijd goed worden geventileerd. Alle daar aanwezige personen moeten
geschikte PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) dragen. Zie de waarschuwingen in deze
handleiding betreffende PBM
• Bewaar gevaarlijke vloeistof in goedgekeurde houders en voer ze af conform alle geldende
richtlijnen.
PERSOONLIJKE
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
PERSOONLIJKE
Draag altijd geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en bedek alle huid bij het spuiten,
het onderhouden van de apparatuur of als u in het werkgebied bent. Beschermingsuitrusting
helpt ernstig letsel te voorkomen, waaronder langdurige blootstelling, inademing van giftige
rook, nevel of dampen en allergische reacties, brandwonden, oogletsel en gehoorverlies. Deze
beschermingsmiddelen bestaan onder andere uit:
• Een goed passend beademingsapparaat, eventueel met luchttoevoer, chemisch ondoordringbare
handschoenen, beschermende kleding en voetafdekking zoals aanbevolen door de fabrikant van
de vloeistof en de regelgevende autoriteit ter plekke.
• Gezichts- en gehoorbescherming.
GEVAREN
GEVAREN BIJ
GEVAREN
Verkeerd gebruik kan leiden tot dodelijke ongevallen of ernstig letsel.
• Bedien het systeem niet als u moe bent of onder invloed bent van alcohol of geneesmiddelen.
• Overschrijd nooit de maximale werkdruk en de maximale bedrijfstemperatuur van het zwakste
onderdeel in uw systeem. Zie Technische
• Gebruik materialen en oplosmiddelen die geschikt zijn voor de bevochtigde onderdelen van de
apparatuur. Zie Technische
van de fabrikant van de vloeistoffen en oplosmiddelen. Vraag de leverancier of de verkoper van
het materiaal om het materiaalveiligheidsinformatieblad (MSDS) voor alle informatie over het
materiaal dat u gebruikt.
• Verlaat het werkgebied niet als de apparatuur in werking is of onder druk staat.
• Schakel alle apparatuur uit en volg de Drukontlastingsprocedure
wordt gebruikt.
• Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk en vervang ze uitsluitend door originele reserveonderdelen van de fabrikant.
• Breng geen veranderingen of wijzigingen in de apparatuur aan. Door veranderingen of wijzigingen
kunnen goedkeuringen door instanties ongeldig worden en kan er gevaar voor de veiligheid
ontstaan.
• Zorg dat alle apparatuur gekeurd en goedgekeurd is voor de omgeving waarin u ze gebruikt.
• Gebruik apparatuur alleen voor het beoogde doel. Neem contact op met uw leverancier voor
meer informatie.
• Leid slangen en kabels uit de buurt van plaatsen waar gereden wordt, scherpe randen, bewegende
onderdelen en hete oppervlakken.
• Zorg dat er geen kink in slangen komt en buig ze niet te ver door; trek het apparaat nooit vooruit
aan de slang.
• Houd kinderen en dieren weg uit het werkgebied.
• Houd u aan alle geldende veiligheidsvoorschriften.
8
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VLOEISTOFFEN OF
OF DAMPEN
DAMPEN
VLOEISTOFFEN
OF
DAMPEN
PBM (persoonlijke
(persoonlijke beschermingsmiddelen)
PBM
(persoonlijke
BESCHERMINGSMIDDELEN
BESCHERMINGSMIDDELEN
BIJ VERKEERD
BIJ
VERKEERD
VERKEERD GEBRUIK
GEBRUIK
GEBRUIK VAN
Technische gegevens
Technische
Technische gegevens
Technische
gegevens van alle apparatuurhandleidingen. Lees de waarschuwingen
gegevens
beschermingsmiddelen).
beschermingsmiddelen)
VAN DE
VAN
DE APPARATUUR
DE
APPARATUUR
APPARATUUR
gegevens van alle apparatuurhandleidingen.
gegevens
Drukontlastingsprocedure wanneer de apparatuur niet
Drukontlastingsprocedure
334069F