Pompfouten
Pompfouten
Pompfouten
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING: bij sommige van de onderstaande foutcodes is het laatste cijfer een #-symbool. Dit symbool staat
voor het toepasselijke onderdeelnummer, dat kan verschillen. De display van het apparaat toont het toepasselijke
nummer als het laatste cijfer van de code. De code F1S# in deze tabel wordt bijvoorbeeld weergegeven als F1S1
als het betreffende onderdeel pomp 1 is, F1S2 voor pomp 2, enzovoorts.
Code
Type
Beschrijving
Code
Code
Type
Type
Beschrijving
Beschrijving
DA0#
Alarm
Overschrijd-
ing van max-
imaal debiet
pomp #
Alarm
Lek
DE0#
opgespoord
in pomp #
Alarm
DF0#
Geen
blokkering
opwaartse
slag pomp #
DG0#
Alarm
Geen
blokkering
neergaande
slag pomp #
334069F
Probleem
Probleem
Probleem
De pomp heeft de
maximaal toegestane
snelheid bereikt.
Dit duidt op een mislukte
handmatige blokkeertest
wanneer de pomp de
druk niet kan opbouwen
tot de standaard
'blokkeertestdruk'.
Wordt na 30 seconden
afgebroken.
De pomp is niet geslaagd
voor de blokkeertest;
geen blokkering bij de
opwaartse slag.
De pomp is niet geslaagd
voor de blokkeertest;
geen blokkering bij de
neergaande slag.
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
Het systeem heeft een
lek of open ventiel dat
onbegrensde doorstroom
mogelijk maakt.
De pomp caviteert, draait
onbegrensd.
De viscositeit van het
materiaal is te laag voor
het formaat mondstuk.
De systeemdruk of
instelpunt stroom is te
hoog (waardoor de pomp
te hard werkt).
Geen materiaal in de
pomp of leiding.
Lekkage in het systeem.
Defect ventiel, defecte
afdichting, versleten
stang of cilinder.
Defect ventiel, defecte
afdichting, versleten
stang of cilinder.
Systeemfouten
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Inspecteer het systeem
op lekken.
Controleer of er materiaal
aan de pomp wordt
geleverd.
Kies voor een kleiner
mondstuk om de
vloeistofstroom te
beperken. Verlaag de
verfdruk om het debiet te
verlagen.
Verlaag de druk of het
stroominstelpunt.
Controleer of er materiaal
aanwezig is in de pomp
en stroomafwaartse
kleurleiding.
Controleer of het een
inwendig of uitwendig lek
betreft door het systeem
visueel te inspecteren
op vloeistoflekkage.
Repareer of bevestig alle
loszittende of versleten
slangen, fittingen en
afdichtingen. Inspecteer
alle ventielzittingen en
naalden op slijtage en
vervang versleten zuiger-
of halsafdichtingen.
Vervang het inlaat-
en uitlaatventiel en
de afdichting voor
de opwaartse slag.
Vervang de zuiger-
en halsafdichtingen.
Vervang eventueel de
stang en cilinder.
Vervang het inlaat-
en uitlaatventiel en
de afdichting voor
de neergaande slag.
Vervang de zuiger-
en halsafdichtingen.
Vervang eventueel de
stang en cilinder.
81