INTRINSIEKE VEILIGHEID
INTRINSIEKE
INTRINSIEKE
Intrinsiek veilige apparatuur die onjuist wordt geïnstalleerd of wordt aangesloten op niet-intrinsiek
veilige apparatuur leidt tot een gevaarlijke toestand en kan brand, explosie of elektrische schokken
veroorzaken. Volg de lokale voorschriften en de volgende veiligheidsvereisten.
• Zorg dat uw installatie voldoet aan de nationale, regionale en lokale verordeningen voor de
installatie van elektrische apparaten op een gevaarlijke locatie van Klasse I, Groep D, Divisie 1
(Noord-Amerika) of Klasse I, Zone 1 en 2 (Europa), inclusief alle lokale verordeningen inzake
brandveiligheid (bijvoorbeeld NFPA 33, NEC 500 en 516, OSHA 1910.107 enz.).
• Voorkom brand en explosies onder meer als volgt:
• Installeer apparatuur die alleen is goedgekeurd voor niet-gevaarlijke plaatsen niet op een
gevaarlijke plaats. Zie het identificatielabel voor de intrinsieke veiligheidscategorie van uw
model.
• Vervang geen systeemonderdelen, aangezien dit een negatieve uitwerking kan hebben op de
intrinsieke veiligheid.
• Apparatuur die in contact komt met de intrinsiek veilige aansluitklemmen, moet zijn aangemerkt
als intrinsiek veilig. Hieronder vallen DC-spanningsmeters, ohmmeters, kabels en aansluitingen.
Verwijder het apparaat uit de gevarenzone bij het zoeken naar storingen of fouten.
GEVAAR VOOR
GEVAAR
GEVAAR
Vloeistof onder hoge druk dat uit een pistool, lekkende slangen of beschadigde onderdelen komt,
dringt door de huid naar binnen in het lichaam. Dit kan eruitzien als een gewone snijwond, maar
het gaat om ernstig letsel dat zelfs kan leiden tot amputatie. Raadpleeg
specialist.
specialist.
specialist.
• Spuit niet als de spuittipbeveiliging en trekkerbescherming niet zijn aangebracht.
• Vergrendel de veiligheidspal van de trekker altijd wanneer u niet aan het spuiten bent.
• Richt het pistool niet op iemand of op een lichaamsdeel.
• Houd nooit uw hand voor de spuittip.
• Probeer nooit lekkages te stoppen met uw handen, het lichaam, handschoenen of een doek.
• Volg altijd de drukontlastingsprocedure
reiniging, controle of onderhoud aan de apparatuur.
• Draai steeds eerst alle vloeistofkoppelingen goed vast voordat u de apparatuur gaat bedienen.
• Controleer de slangen en koppelingen elke dag. Vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk.
GEVAAR VOOR
GEVAAR
GEVAAR
Bewegende onderdelen kunnen vingers en andere lichaamsdelen afknellen, amputeren of snijwonden
veroorzaken.
• Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
• Laat de apparatuur niet werken als de beschermkappen of deksels zijn weggehaald.
• Apparatuur die onder druk staat kan zonder waarschuwing gaan werken. Voordat u de apparatuur
controleert, verplaatst of er onderhoud aan uitvoert, moet u eerst de Drukontlastingsprocedure
uitvoeren en alle voedingsbronnen loskoppelen.
334069F
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VEILIGHEID
VEILIGHEID
VOOR INJECTIE
VOOR
INJECTIE DOOR
INJECTIE
DOOR DE
DOOR
drukontlastingsprocedure wanneer u ophoudt met spuiten/materiaal afgeven en vóór
drukontlastingsprocedure
VOOR BEWEGENDE
VOOR
BEWEGENDE
BEWEGENDE ONDERDELEN
DE HUID
DE
HUID
HUID
ONDERDELEN
ONDERDELEN
Waarschuwingen
Raadpleeg onmiddellijk
onmiddellijk een
Raadpleeg
onmiddellijk
Drukontlastingsprocedure
Drukontlastingsprocedure
een medisch
medisch
een
medisch
7