Cabine
wnRRscHuwlNG:
Na
passeren
aaaa
pu
ni@k-abi
ne
lan
gzaam
voorover. Het voorover vallen
kan
gestopt worden door de kraan
in
stand
t
te
plaatsen.
WARNINQ: After passing dead centre
ófr
t
orw ard graouat ty.
Ti
lting
movement can be stopped by placing
valve in position
t
A 406
HET
KANTELEN VAN
DE
CABINE
Algemeen
Het kantelen van de cabine geschiedt
hy-
draulisch
d.m.v.
een handpomp.
Deze
pomp
is achterop de cabine
aan
bijrijderszijde
ge-
plaatst.
De
pomp is voorzien van een
kraan
die
in
twee standen
kan
worden
gedraaid.
Stand A:
De
cabine
kan
voorover worden
ge-
kanteld.
Stand
B:
Bij
het
terugkantelen
van de
cabine
en
tijdens het
rijden
moet
de kraan in
deze
stand
staan.
Attentie
Na
een
aanrijding
mag de
cabine niet
gekan-
26
teld
worden. Het inwendige
van
de hefcilin-
der kan
worden beschadigd waardoor
als de
cabine wordt gekanteld,
de cilinder
niet
meer geblokkeerd
wordt door de
aanslag-
ring. Hierdoor valt de cabine over het dode
punt
heen en
valt op de grond.
Naar
voren kantelen
-
Zorg voor voldoende vrije ruimte voor
de
cabine.
Let
er
op dat
zich
geen
losse voorwerpen
in de
cabine
bevinden.
-
Zet
het
versnellingshandel in 'neutraal'.
-
Sluit
de portieren.
-
Open de
ondergrille.
Draai
de
kraan
geheel rechts tegen
de
veerdruk
in
tot hij
geblokkeerd
staat
in
de
stand
A;
gebruik hiervoor
de
krik-
stang.
Plaats de
krikstang
in de
pomphef boom
en
bedien
de
pomp,
zodat
de
cabine
voorover
kantelt.
Het vergrendelingsme-
chanisme komt hierbij automatisch
los.
Zodra het zwaartepunt van
de
cabine
voorbij
het draaipunt
komt
, zakl de
cabi-
ne zonder
te
pompen geleidelijk
verder
voorover.
Attentie!
Het
vooroverkantelen
kan
op elk
moment
worden gestopt door
de kraan in de
stand
B
te
draaien.