Instrumenten en Bedieningsorganen
ABS.INSTALLATIE
STORINGEN
Indien de
storing
niet
kan
worden
verholpen
12.
CONTROLELAMP
door het
vervangen
van
een zekering,
kan
CABINEVERGRENDELING
Wanneer een van
de
beide rode
waarschu-
toch
verder
worden
gereden,
omdat
alleen
wingslampjes
ABS-I of
ABS-ll bij
een
hogere
de
ABS-regeling
is
uitgevallen
en dus
de
Deze
controlelamp
gaat branden als de
ca-
snelheid dan ca. 7 km/h brandt,
is
de
ABS-
normale reminstallatie
intact
is
gebleven.
bine niet goed
is
vergrendeld.
De
lamp
installatie
van de
motoruagen
resp.
van
de
Laat
bij storingen
de
ABS-|nstallatie
repare-
werkt alleen bij
aangezet
contact.
volgwagen defect.
In
dat
geval
dienen
de
ze-
ren
bij een DAF'dealer.
keringen
in de
ABS-elektrokast
te
worden
gecontroleerd. Aan
de binnenzijde van
de
10.
LAADSTROOMCONTROLELAMP
afschermkap
is
een sticker
aangebracht,
waarop
de
plaat van o.m.
de
zekeringen
De laadstroomcontrolelamp gaat
branden
staat
aangegeven.
als:
A.
Het
contact
is ingeschakeld
en de
motor
Verklaring
van
de nummers op
de
sticker:
niet draait.
1.
Zekering
25
A, ABS
volgwagen.
B.
De
accu's niet
door de wisselstroomdy-
2.
Zekering
7,5
A,
ABS
namo
worden opgeladen.
3.
Zekering
7,5
A,
ABS
Als
deze lamp
bij
draaiende
motor
gaat
4.
Zekering
7,5
A,
ABS
branden,
moet
eerst
worden
gecontroleerd
5.
Relais ABS
voeding
of
de V-snaren
defect zijn of slippen. Als
dit
6.
Relais ABS
voeding
niet het
geval
is, moet
zo
snel mogelijk
een
7.
Relais
ABS
3e
rem/vertragers
reparatiewerkplaats worden bezocht.
8.
Relais
ABS
controlelamp
9.
Relais
ABS
stoplicht
(volgwagen-
11.
CONTROLELAMP
PARKEERREM
herkenning)
10.
Elektronische unit
ABS
(info-moduul)
Deze
lamp gaat branden als
de
remmen
11.
Elektronische unit
ABS
(toeren-
door
de
veerremcilinders zijn aangedrukt.
schakelaar)
16