Instrumenten en Bedieningsorganen
A
768
1
4. CONTROLELAM
P
CHASSISHOOGTE
Deze
lamp gaat knipperen
als de
luchtdruk
voor de
elektronische chassishoogte te
laag
is.
De
lamp brandt als de hoogteverstelling
aan
het
regelen
is en
gaat
uit
als
de
juiste
chassishoogte is bereikt.
16.
SIGARE.AANSTEKER/
LOOPLAMPAANSLUITING
De
houder van de sigare-aansteker
doet
te-
vens
dienst als aansluiting
voor de stekker
van
een looplamp.
1
7.
SCHAKELAAR
KACH
ELVENTILATOR
De
hoeveelheid
lucht,
die in het
voertuig
wordt toegelaten,
kan
met behulp
van de
ka-
chelventilator worden vergroot.
De
kachel-
ventilator heeft twee
snelheden
en
wordt
met behulp
van de
schakelaar
in
werking
ge-
steld.
1
8.
SCHAKELAAR
SPIEG
ELVERWARMING
De
buitenspiegels, met uitzondering
van de
trottoirspiegel, kunnen worden
venruarmd
door
deze
schakelaar
in
te drukken.
De
con-
trolelamp
in de
schakelaar gaat hierbij
bran-
den.
19.
SCHAKELAAR WERKLAMP
Met
behulp van
deze schakelaar
wordt
de
werklamp
bij
trekkers
of
de
verlichting
van
de laadbak bij
trucks
ingeschakeld.
1
5.
OLIETEM
PERATUU
RMETER
AUTOMATISCH
E
VERSN
ELLINGSBAK
Als de
olietemperatuur
te
hoog
oploopt
moet de automatische versnellingsbak
ten-
minste éen versnelling worden
terugge-
schakeld
waardoor
de
koeling
verbetert.
Bliif
zolang
in de
lagere
versnelling
rijden
totdat de
olietemperatuur weer
voldoende
is
gedaald.
18