●
Als u <Aan> selecteert, zal de afdruksnelheid langzamer zijn.
<Fixeertemp. aanpassen>
<Instellen>
<Aanpassen/Onderhoud>
Als de beeldkwaliteit wordt aangetast door onjuiste temperatuur van de fixeereenheid, is dit te verbeteren door
de fixeertemperatuur aan te passen.
●
Stel dit in de volgende gevallen in. De afdrukresultaten worden mogelijk verbeterd.
- <Laag>: Stel dit in wanneer dezelfde afbeelding onbedoeld wordt herhaald, zoals hieronder
aangegeven.
- <Hoog 1>: Stel dit in wanneer de toner van de drukwerkafbeeldingen loslaat.
- <Hoog 2>: Stel dit in wanneer de verbeteringen van <Hoog 1> onvoldoende zijn.
●
Stel <Standaard> in om geen van beide instellingen te gebruiken.
●
De afdruksnelheid is langzamer wanneer <Hoog 2> is ingesteld.
●
Loslaten van de toner kan mogelijk worden verminderd zonder deze instelling te veranderen, door
het papiertype en de gebruiksomgeving te wijzigen.
<Modus preventie krul>
<Instellen>
<Aanpassen/Onderhoud>
U kunt <Modus preventie krul> instellen om te voorkomen dat papier omkrult als gevolg van de warmte of druk
van de fixeereenheid tijdens het afdrukken.
●
Als deze instelling op <Aan> staat, kan dit invloed hebben op de afdrukkwaliteit.
●
Als het instellen van <Modus 1> op <Aan> het krullen niet vermindert, stelt u <Modus 2> in op <Aan>.
Als het instellen van zowel <Modus 1> als <Modus 2> het krullen niet vermindert, stelt u <Modus 1>
en <Modus 2> in op <Uit> en stelt u <Papierinvoermethode wijzigen> in op <Afdrukzijde-prior.>.
<Preventiemodus Wegglijdend papier>
<Instellen>
<Aanpassen/Onderhoud>
Instellingen/registratie
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
490
<Speciale verwerking>
<Speciale verwerking>
<Speciale verwerking>