4
Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier.
●
Druk op de ontgrendelingspal en schuif de papiergeleiders naar binnen totdat ze stevig tegen de randen van
het papier zitten.
Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier
●
Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er
papierstoringen ontstaan.
5
Plaats de papierlade.
»
Ga verder met
Als u papier van een ander formaat of een andere soort gaat gebruiken
●
Als u een andere papiersoort in het apparaat plaatst, vergeet dan niet de instellingen aan te passen. Als u
de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort niet aanpast, kan het apparaat niet goed
afdrukken.
Afdrukken op de achterzijde van bedrukt papier (tweede zijde van dubbelzijdig papier)
●
U kunt afdrukken op de achterzijde van bedrukt papier. Strijk het bedrukte papier glad en leg het in de
papiertafel, met de afdrukzijde omlaag (eerder afgedrukt met de afdrukzijde omhoog). Selecteer vervolgens
het papiertype en selecteer <Ja> voor <Inst. insch. voor 2de zijde van 2-zijdige pagina?>.
●
Gebruik alleen papier dat met deze machine is bedrukt.
●
U kunt niet afdrukken op de zijde waarop al eerder is afgedrukt.
Papier in de papiertafel plaatsen
Invoerrichting van papier
Zie onderstaande tabel voor hoe u het beschikbare papier in de juiste afdrukstand laadt.
Over de machine
Het type en formaat papier voor de papierlade opgeven(P. 51)
Papier
38
Afdrukstand