6. Installatie
De operator is verantwoordelijk voor het opzetten van het
systeem overeenkomstig de vereisten van richtlijn
99/92/EC, waarbij rekening wordt gehouden met de
relevante normen voor de toepassing.
De motor en toebehoren voor de pompen, zoals de
actuator, frequentieomvormer en op metrologie
Voorzichtig
gebaseerde bewaking, moeten minimaal voldoen aan de
eisen van de richtlijn 2014/34/EU voor pompen.
Accessoires voor het systeem en de leiding moeten
minimaal voldoen aan de vereisten van richtlijn
2014/34/EU, zoals van toepassing op pompen.
Een intrinsiek veilige installatie mag alleen worden
vervaardigd en gecontroleerd door iemand die voldoende
is gekwalificeerd.
Zorg er voor dat u de installatie- en bedieningsinstructies
Voorzichtig
leest die zijn meegeleverd met de afzonderlijke elektrische
componenten.
Zorg ervoor dat u zich aan de geldende nationale
voorschriften houdt bij het installeren van het systeem.
6.1 Aarden
Alle pompen en accessoires voor de installatie moeten
Voorzichtig
zijn geaard.
De kunststof uitvoering van de membraanlekkagedetectie heeft
geen geleidende aansluiting naar de pomp en moet worden geaard
door de klant.
6.2 Overstroomventiel
DMX 226: Er moet een overstroomventiel in de
persleiding worden geïnstalleerd om een ontoelaatbaar
Voorzichtig
hoge druk aan de perszijde van de pomp te voorkomen.
DMH 25X en DMH 28X: Als de DMH 25X of DMH 28X de enige
drukbron in het systeem vormt, is het niet nodig om een
overstroomventiel in de persleiding te installeren.
6.3 Zuigleiding
Onzuiverheden in het doseermedium kunnen het
membraan beschadigen of de perszijde van de doseerkop
blokkeren.
Voorzichtig
Installeer een filter (maaswijdte 1,5 mm) in de zuigleiding
om te voorkomen dat de druk toeneemt in geval van een
storing die wordt veroorzaakt door een verstopping aan de
perszijde en schade aan het membraan.
6.4 Dosering van brandbare media
Voor het doseren van brandbare media, raadpleeg paragraaf
Toegestane
doseermedia.
Gerelateerde informatie
5.2.2 Toegestane doseermedia
6.4.1 Installatie voor toevoer modus
Waarschuwing
De pomp mag niet drooglopen, zelfs niet tijdens
inbedrijfname of hernieuwde inbedrijfname.
De pomp moet zo worden geïnstalleerd dat de persleiding kan
worden ontlucht tijdens het opstarten van de pomp, zodat het
doseermedium in de doseerkop kan stromen.
42
6.4.2 Aftappen van het doseermedium
Leidingen voor het aftappen van media moeten worden
aangesloten op de veiligheidsventielen (zoals het overstroomventiel
in de persleiding aan de perszijde van de pomp) of
ontluchtingsventielen via welke de brandbare media worden
afgetapt.
De media moeten veilig worden afgetapt zodat ze geen
Voorzichtig
gevaar vormen voor personen of eigendommen.
6.4.3 Droogloopbeveiliging / flow indicator
Waarschuwing
Een explosief mengsel van dampen kan zich vormen in
tanks die deels leeg zijn. De pompen mogen niet droog
lopen om te voorkomen dat explosieve dampen in
opslagtanks worden getransporteerd naar andere
gebieden.
De klant moet niveau-indicatoren installeren in tanks, of
flow-indicatoren aan de perszijde van de pompen om te
voorkomen dat deze drooglopen.
De inname van lucht moet worden voorkomen.
Voorzichtig
Controleer regelmatig of de zuigleidingen dicht zijn.
6.4.4 Membraanlekkagedetectie
Tijdens bedrijf mogen pompen geen bron worden voor
ontoelaatbare medialekken (dit is deels van belang daar
Voorzichtig
waar brandbare media worden gedoseerd).
De evaluatie van het membraanlekkagesignaal (elektrisch
geschieden Reed-contact) van de membraanlekkagedetectie moet
worden gebruikt voor het direct stoppen van de pomp.
7. Inbedrijfstelling
Voor het doseren van brandbare media, raadpleeg paragraaf
Toegestane
doseermedia.
Waarschuwing
Kans op explosie als gevolg van oververhitting van de
pompen.
De pompen mogen niet draaien tegen gesloten ventielen
en fittingen.
Waarschuwing
De eerste keer dat de pomp wordt opgestart, of wanneer
deze opnieuw wordt gestart nadat de doseerkop is
geleegd, kunnen er zich explosieve dampen vormen.
De pomp moet draaien met een volledig gevulde
doseerkop tijdens het opstartenen en bij het opnieuw
starten:
•
Vul de doseerkop en zuigleiding met het
doseermedium, of,
•
in geval van positieve toeloop, ontlucht de persleiding
zodat het doseermedium in de doseerkop kan
stromen.
Gerelateerde informatie
5.2.2 Toegestane doseermedia