4.1.2 Fabrikant
GRUNDFOS Holding A/S
Poul Due Jensens Vej 7A
8850 Bjerringbro
DENEMARKEN
Grundfos Holding A/S heeft de bevoegdheid voor de productie en
de volledige verantwoordelijkheid voor de producten toegekend aan
Grundfos Water Treatment GmbH:
GRUNDFOS Water Treatment GmbH
Reetzstraße 85
76327 Pfinztal
DUITSLAND
4.2 Pompconfiguratie
Grundfos produceert pompen in overeenstemming met de richtlijn
2014/34/EU. Deze pompen corresponderen met de specificaties
zoals vermeld in onderstaande tabel.
4.2.1 Membraanlekkagedetectie
DMH pompen voldoen aan de vereisten van richtlijn 2014/34/EU
kunnen optioneel worden gemonteerd met een goedgekeurde
membraanlekkagedetectie met een Ex i manometer die voldoet aan
de vereisten van de richtlijn 2014/34/EU.
Pompen met andere typen membraanlekkagedetectie
kunnen niet worden gebruikt in potentieel
Voorzichtig
explosiegevaarlijke atmosferen.
4.2.2 Doseerkop en -kleppen
Grundfos levert pompen die voldoen aan de vereisten van de
richtlijn 2014/34/EU met de juiste goedgekeurde doseerkop/klep-
combinaties die voldoen aan de vereisten van de richtlijn
2014/34/EU.
Pompen met andere typen doseerkop/klep-combinatie
kunnen niet worden gebruikt in potentieel
Voorzichtig
explosiegevaarlijke atmosferen.
Roestvaststalen kleppen mogen niet worden
Voorzichtig
gecombineerd met niet metalen doseerkoppen.
De grootte van de doseerkop (afhankelijk van het pompmodel) en
het doseerkopmateriaal bepalen de geschiktheid van de pomp voor
bedrijf in potentieel explosiegevaarlijke atmosferen veroorzaakt
door media uit de groep IIB of IIC:
Doseerkopmat
DMH
DMH
eriaal
251-255
257
PVC
IIC
IIB
Roestvaststaal,
IIC
IIC
DIN 1.4571
Legering C-4,
IIC
IIC
DIN 2.4610
PP
IIC
IIB
PVDF
IIC
IIB
4.2.3 Motor
Grundfos pumps die voldoen aan richtlijn 2014/34/EU worden
geleverd met motoren die voldoen aan de richtlijn 2014/34/EU en
zijn overeenkomstig getest en gelabelled.
Alternatief kunnen pompeenheden afzonderlijk worden geleverd en
in dit geval moet de gebruiker een motor montere die voldoet aan
de richtlijn 2014/34/EU.
Pompen met andere typen motor kunnen niet worden
Voorzichtig
gebruikt in potenteel explosiegevaarlijke atmosferen.
Bekijk het typeplaatje van de motor.
N.B.
Pompmodel
DMX 226
DMX 226
DMH
Kopmate
Kopmaat
28X
n 1-3
4
IIC
IIC
IIB
IIC
IIC
IIC
IIC
-
-
IIC
IIC
IIB
IIC
IIC
IIB
4.2.4 Pompidentificatie
De informatie die voldoet aan de vereisten van richtlijn 2014/34/EU
die wordt vermeld op de pomp als een niet-elektrisch apparaat
hangt af van de gekozen pompconfiguratie.
De labels gelden uitsluitend voor het pompsysteem.
Typeplaatje van alleen pompeenheid
Pump type Pump unit nameplate
DMH 25x
II 2G Ex h IIC or IIB T4 Gb
DMH 28x
II 2D Ex h IIIC T 130°C Db
II -/2G Ex h IIC or IIB T4 -/Gb
DMX 226
II -/2D Ex h IIIC T 130°C Db
Meer informatie over het gebruik van de pomp is te vinden in de
paragraaf Bedieningsomstandigheden.
Gerelateerde informatie
5.1 Omgevingsomstandigheden
4.3 Verklaring conform ATEX-RICHTLIJNEN, met
betrekking tot de montage van pomp en motor
Grundfos verklaart dat er geen aanvullende ontstekingsgevaar
bestaat ten gevolge van de montage van pomp en motor. De pomp
met gemonteerde motor wordt als een combinatie van afzonderlijke
uitrustingsstukken beschouwd in termen van explosiebeveiliging.
Derhalve verstrekken de fabrikant van de pomp en de fabrikant van
de elektromotor een EG-conformiteitsverklaring voor elk van beide
producten.
5. Bedrijfscondities
5.1 Omgevingsomstandigheden
De pompen met de juiste naamplaten zijn geschikt voor bedrijf in
explosiegevaarlijke atmosferen zones 1, 2 of 21, 22, afhankelijk van
het type pomp en zijn apparatuur.
De substanties die worden gebruikt voor afdichtingen en
smeermiddelen moeten bestand zijn tegen dampen, gassen of stof
welke wordt gegenereerd in de atmosfeer van de omgeving waar
het product wordt ingezet. Dit geldt met name voor contact met
oplosdampen welke kunststoffen kunnen beschaidgen of de
samenstelling van olie of tandwielsmeermiddel kunnen veranderen
en daarmee het rendement of de werking.
De pompen mogen uitsluitend worden gebruikt indien
onder de heersende bedrijfsomstandigheden, hun
materialen en bedrijfsvloeistoffen voldoende bestand zijn
Voorzichtig
tegen mechanische en/of chemische invloeden, dusdanig
dat de explosiebeveiliging niet wordt aangetast.
5.2 Doseermedium
5.2.1 Toegestane temperatuur
De mediumtemperatuur kan niet worden verhoogd voor
N.B.
SIP/CIP-toepassingen.
5.2.2 Toegestane doseermedia
De DMH 25X, DMH 28X en DMX 226 pompen zijn geschikt voor
vloeibare, niet-schurende en niet-ontvlambare media.
De DMH 25X en DMH 28X pompen in de volgende configuratie
kunnen tevens worden gebruikt voor het doseren van brandbare
media:
•
Explosieveilig ontwerp met de juiste aanduiding op het
typeplaatje van de pomp, zie de paragraaf Identificatie, en
•
roestvaststalen doseerkoppen en ventielen en
•
roestvaststalen ontwerp van de membraanlekkagedetectie in
het explosieveilige ontwerp met evaluator.
Gerelateerde informatie
4.1.1 Typeplaatje
41