Opmerking:
Als de transport/beluchten
schakelaar op T
RANSPORT
beluchten.
Tractiebediening
Met de tractiebediening links of rechts () kunt de
machine vooruit of achteruit laten rijden.
Schakelaar voor snelheidsvergrendeling—Transport
stand
Met de schakelaar voor snelheidsvergrendeling ()
kunt u de rijsnelheid handhaven. Dit is vergelijkbaar
met cruise control op een auto.
•
Met A
wordt de huidige rijsnelheid
CTIVEREN
opgeslagen.
•
Met A
wordt de snelheidsvergrendeling
AN
ingeschakeld.
•
Met U
wordt de snelheidsvergrendeling
IT
uitgeschakeld.
Schakelaar voor snelheidsvergrendeling—Beluchten-
stand
Met de schakelaar voor snelheidsvergrendeling ()
handhaaft u de rijsnelheid zodat de beluchtingsgaten
op de juiste afstand worden gevormd.
•
Met de A
- stand wordt de snelheidsvergrendeling
AN
geactiveerd en ingeschakeld. Dit handhaaft
de rijsnelheid voor de juiste afstand van de
beluchtingsgaten als u aan het eind van een baan
de beluchtingshandgreep loslaat.
•
Met de U
- stand wordt de snelheidsvergrendeling
IT
uitgeschakeld, de machine stopt dan met naar
voren rijden als u de beluchtingshandgreep loslaat.
Bedieningsorganen van de
beluchtingskop
1. Transport/beluchten scha-
kelaarTransport/beluchten
schakelaar
2. Beluchtingshandgreep
Beluchtingshandgreep
Met de beluchtingshandgreep () bedient u het zakken
en heffen van de beluchtingskop.
staat kunt u niet
Figuur 23
3. Zakken keuzeschakelaar
Zakken keuzeschakelaar
Met de zakken keuzeschakelaar () kiest u hoe de
beluchtingskop tijdens het werkt zakt, u kunt kiezen
uit:
•
Direct zakken
•
Met vertraging zakken
Motorbediening
1. Gashendel
2. Choke
Gashendel
Met de gashendel () regelt u het motortoerental.
•
Beweeg de gashendel naar voren, naar F
om het motortoerental te verhogen.
•
Beweeg de gashendel naar achteren, naar
S
/L
om het motortoerental te verlagen.
LOW
AAG
Opmerking:
Het motortoerental bepaalt de snelheid
van de beluchtingskop.
Choke
Gebruik de choke om een koude motor te starten ().
Contactschakelaar en contactsleutel
Gebruik de contactschakelaar () om de motor te
starten en uit te zetten. De contactschakelaar heeft
3 standen:
•
S
– Draai het sleuteltje naar rechts op S
TART
om de startmotor in werking te stellen.
•
L
– Zodra de motor aanslaat, laat u het
OPEN
sleuteltje los en beweegt het automatisch naar de
stand A
.
AN
•
U
– Draai het sleuteltje linksom naar U
IT
motor af te zetten.
Toerenteller
Lees het motortoerental of op de toerenteller ().
18
Figuur 24
3. Sleutel (contactschake-
laar)
4. Toerenteller
IT
/S
AST
NEL
TART
om de