Probleem
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en
in de ovenruimte.
Op het display verschij-
nen "12.00" en "LED"
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
De kookzone heeft de
kookstand verlaagd naar
Er klinkt een geluid als
het apparaat uit staat.
De kookstand wisselt
Er klinkt een geluid en
het apparaat schakelt in
en weer uit. Na vijf se-
conden klinkt er nog een
geluid.
gaat branden.
gaat branden.
gaat branden.
gaat branden.
gaat branden.
en een getal gaan
branden
Mogelijke oorzaak
Het gerecht heeft te lang
in de oven gestaan.
Een stroomonderbre-
king.
De kookzone is niet
heet, omdat hij slechts
kortstondig is bediend
U hebt één of meer tip-
toetsen bedekt of er ligt
water of vet op het be-
dieningspaneel.
U hebt één of meer tip-
toetsen afgedekt.
Het vermogensbeheer is
actief.
U hebt
De automatische uit-
schakeling is in werking
getreden.
De oververhittingsbevei-
liging voor de kookzone
is in werking getreden.
Geen kookgerei op de
kookzone
Geen correct kookgerei.
De diameter aan de bo-
dem van het kookgerei is
te klein voor de kookzo-
ne.
Er is een fout in het ap-
paraat opgetreden.
NEDERLANDS
Oplossing
Laat gerechten na het
bereiden niet langer dan
15-20 minuten in de
oven staan.
Stel de klok opnieuw in.
Als de kookzone heet
moet zijn, neem dan
contact op met de klan-
tenservice
Maak de tiptoetsen vrij.
Reinig het bedieningspa-
neel
Maak de tiptoetsen vrij.
Zie het hoofdstuk "Ver-
mogensbeheer".
Maak de tiptoets vrij.
Schakel het apparaat uit
en weer in.
Schakel de kookzone uit.
Schakel de kookzone
weer in.
Zet kookgerei op de
kookzone.
Gebruik het correcte
kookgerei.
Zet het kookgerei op
een kleinere kookzone.
Ontkoppel het apparaat
enige tijd van de stroom-
toevoer. Maak de zeke-
ring los in de meterkast
van het huis. Sluit op-
nieuw aan. Als
weer
gaat branden, neem dan
contact op met de klan-
tenservice.
35