1
Raak met het BLUETOOTH-
apparaat het N-Mark op het
systeem aan, totdat het
BLUETOOTH-apparaat op het
systeem reageert.
Voltooi de verbinding door de
instructies op te volgen die op het
BLUETOOTH-apparaat worden
weergegeven.
Als de BLUETOOTH-verbinding tot
stand is gekomen, wordt de naam
van het BLUETOOTH-apparaat op
het display weergegeven.
2
Start het afspelen van een
audiobron op het BLUETOOTH-
apparaat.
Voor meer informatie zie de
gebruiksaanwijzing van uw
BLUETOOTH-apparaat.
Tip
Als het koppelen en de BLUETOOTH-
verbinding mislukt, voer dan de volgende
handelingen uit:
— Verwijder de behuizing van het
BLUETOOTH-apparaat, als u een in
de handel verkrijgbare behuizing
gebruikt.
— Raak met het BLUETOOTH-apparaat
nogmaals het N-Mark op het apparaat
aan.
De BLUETOOTH-verbinding
beëindigen
Raak met het BLUETOOTH-apparaat
nogmaals het N-Mark op het
apparaat aan.
De BLUETOOTH-
audiocodecs instellen
U kunt de AAC-, LDAC- of
SBC-codecontvangst van het
BLUETOOTH-apparaat inschakelen.
AAC/LDAC kan alleen worden
geselecteerd als het BLUETOOTH-
apparaat AAC/LDAC ondersteunt.
1
Druk op OPTIONS.
2
Druk herhaaldelijk op / om
"BT CODEC" te selecteren en
druk dan op
.
3
Druk herhaaldelijk op / om
de instelling te selecteren en
druk dan op
.
• •
"AUTO": Ontvangst AAC- of
LDAC-codecformaat uitschakelen.
"SBC": Ontvangen in SBC-
• •
codecformaat.
Druk op OPTIONS om het
optiemenu af te sluiten.
Opmerking
U kunt genieten van hoge
• •
geluidskwaliteit als AAC of LDAC wordt
geselecteerd. Als u niet naar AAC- of
LDAC-geluid op uw apparaat kunt
luisteren of het geluid is onderbroken,
dient u "SBC" te selecteren.
Als u deze instelling verandert terwijl
• •
het systeem is aangesloten op een
BLUETOOTH-apparaat, wordt de
verbinding met het BLUETOOTH-
apparaat verbroken. Om weer
verbinding te maken met het
BLUETOOTH-apparaat, dient u de
BLUETOOTH-verbinding weer opnieuw
tot stand te brengen.
41
NL