9.5.3 - KOELVLOEISTOFPEIL CONTROLEREN
LET OP
•
Controleer het koelvloeistofpeil dagelijks of voor elk gebruik.
•
De koelvloeistof moet zeer zorgvuldig worden gekozen; zie de tabel in paragraaf 9.4.2.
GEVAAR
•
Verbrandingsgevaar door zeer hete koelvloeistof!
•
Het koelsysteem staat onder druk! Als koelvloeistof onder druk naar buiten spuit, kan
dit ernstige verwondingen veroorzaken.
•
Voordat u de dop verwijdert, moet u deze langzaam losmaken tot de eerste stop om de
druk binnen in te ontlasten.
•
Verwijder de tankdop pas als deze voldoende is afgekoeld om aan te raken met de blote
hand.
•
Rook niet en werk niet in de buurt van een warmtebron of vonken wanneer u met
brandstof of koelvloeistof werkt.
LET OP
•
Als het peil te laag is, kan dit onherstelbare schade aan de motor veroorzaken.
•
Onder druk staande tank. Open de dop niet als de motor heet is.
Ga als volgt te werk om het koelvloeistofpeil te controleren:
1.
Maak de twee rubberen stangen (B) los waarmee de motorkap (A) is bevestigd.
2.
Trek aan de borgpen (C), til de motorkap op en blokkeer deze door de pen los te laten.
3.
Draai de radiateurdop (D) langzaam los om de druk binnenin te ontlasten en
controleer visueel het koelvloeistofpeil.
4.
Het koelvloeistofpeil moet twee à drie centimeter boven de radiateurelementen staan.
5.
Als het peil laag is, vul dan bij door koelvloeistof aan de radiateur toe te voegen. Sluit de dop (D).
6.
Trek aan de borgpen (C). Laat de motorkap (A) zakken en blokkeer deze met de twee steunstangen.
A
B
88
C
D