Vermijd rijden langs de rand van een helling of op oneffen terrein met één rupsband in een horizontale positie en
de andere schuin of gedeeltelijk omhoog (met de machine meer dan ongeveer 10° gekanteld). Om de rails niet te
beschadigen, moet u altijd doorgaan met de schuifblokken die op hetzelfde horizontale vlak rusten.
Wanneer de machine over een obstakel manoeuvreert, ontstaat er een lege ruimte tussen de looprollen en de
rupsen en bestaat het risico dat de rups uit zijn zitting komt.
Hetzelfde kan gebeuren als de machine achteruit bergopwaarts rijdt en u een scherpe bocht probeert te maken.
Er ontstaat een lege ruimte tussen de looprol, de voorste looprol en de rupsband en het risico bestaat dat deze uit
zijn zitting komt.
Bij het veranderen van richting en de baan kan niet zijwaarts bewegen door een obstakel, kan de baan beschadigd
raken en uit zijn stoel vallen.
GEVAAR
Om ernstige risico's of de dood van de bediener te voorkomen, is het verboden te werken
op hellingen met harde oppervlakken (bijv. cement). Ga onder deze werkomstandigheden
altijd achter de machine staan of voldoende ver daarvandaan (meer dan 20 meter).
GLIJDEN OF KANTELEN
75