6.3.5 - WARMTEMOTOR TPM CONTROLE
De knoppen (14) aan de linkerkant van de afstandsbediening worden gebruikt om het motortoerental te
verhogen (A) en te verlagen (B).
Druk herhaaldelijk op de knoppen of houd ze ingedrukt (A) (B) om het toerental aan te passen.
14
A
B
6.3.6 - LANGZAAM/SNEL RIJSCHAKELAAR
Druk de schakelaar (3) omhoog om de snelle versnelling in te schakelen of omlaag om de langzame
versnelling in te schakelen.
3
43