6.3.16 - HULPFUNCTIE (AUX 2)
De hulpfunctie (AUX 2) wordt bestuurd door de schakelaar (15).
•
De hulpfunctie wordt ingeschakeld door de schakelaar omhoog te drukken.
•
De hulpfunctie met het tegenovergestelde effect wordt ingeschakeld door de schakelaar naar beneden te
drukken.
•
De centrale schakelstand is neutraal.
OPMERKING: Raadpleeg de gebruiks- en onderhoudshandleiding van het gereedschap dat op de machine
is aangesloten voor informatie over het gebruik van deze functie.
6.3.17 - HULPFUNCTIE (AUX 3)
De hulpfunctie (AUX 3) wordt bediend met de knop (9).
•
De hulpfunctie wordt ingeschakeld door op de knop te drukken.
OPMERKING: Raadpleeg de gebruiks- en onderhoudshandleiding van het gereedschap dat op de machine
is aangesloten voor informatie over het gebruik van deze functie.
15
51
AUX 2
9