Installatie
14
4.3
Montagevoorwaarden
4.3.1
Montage-instructies
Let op het volgende voor een installatie conform 3-A:
Nadat het instrument is geïnstalleerd moet de hygiënische integriteit zijn
gewaarborgd. Alle procesaansluitingen moeten voldoen aan 3-A.
Oriëntatie
De sensor moet volledig zijn ondergedompeld in het medium. Vermijd luchtbellen in de
omgeving van de sensor.
Gebruik in hygiënische toepassingen alleen materialen die voldoen aan de 3-A norm
74- en de FDA-voorschriften. De reinigbaarheid van de sensor hangt ook af van de
wijze waarop de sensor is geïnstalleerd. Gebruik bij het installeren van de sensor in
een leiding, de passende en EHEDG-gecertificeerde armaturen voor de betreffende
procesaansluiting.
2
Oriëntatie van geleidbaarheidssensoren
Wanneer de doorstroomrichting verandert (na leidingbochten), kunnen turbulenties
in het medium optreden. Installeer de sensor op een afstand van minimaal 1 m (3.3
ft) na een leidingbocht.
Smartec CLD134
A0017691
Endress+Hauser