Storing
6.4.
Motor stopt tijdens
gebruik.
Bij automatische
stop (optie)
installatie.
6.5.
Motorvermogen en
toerental lopen
terug.
6.6.
Motorvermogen en
toerental lopen
terug.
Uitlaat rookt zwart.
Mogelijke oorzaak
Brandstoftoevoer onderbroken.
- Tank leeg.
- Brandstoffilter verstopt.
- Tankontluchting verstopt.
- Lucht in het brandstofsysteem.
Mechanisch defekt.
Stopsignaal van sensor(en) voor
automatische stop.
Bewakingselement voor:
- Te lage oliedruk.
- Te hoge motortemperatuur.
- defecte wisselstroom-
generator.
Brandstoftoevoer niet in orde:
- Tank leeg.
- Brandstoffilter verstopt.
- Tankontluchting verstopt.
- Lucht in het brandstofsysteem.
- Toerenverstelhefboom loopt
terug.
Luchtfilter verstopt.
Klepspeling niet juist.
Verstuiver niet in orde.
Verhelpen door
Tank vullen.
Filter vervangen.
Tankontluchting controleren.
Brandstofsysteem op lucht-
toevoer controleren en ont-
luchtingsklep testen.
HATZ organisatie inschakelen.
Onderzoeken welke sensor een
stoorsignaal geeft, of met de
HATZ organisatie contact opne-
men.
Smeeroliepeil controleren.
Vervuiling van het koelluchtcir-
cuit en het koelsysteem contro-
leren.
Zie werkplaatsboek.
Tank vullen.
Brandstoffilter vervangen.
Tankontluchting controleren.
Brandstofsysteem op lucht-
toevoer controleren en ont-
luchtingsklep testen.
Toerenverstelhefboom vastdraai-
en of blokkeren.
Luchtfilter schoonmaken, zono-
dig vervangen.
Kleppen afstellen.
Zie werkplaatsboek.
34
Hfdst.
4.1.3.
5.4.1.
5.2.1.
5.3.4.
4.1.3.
5.4.1.
5.3.1.
5.4.2.
5.3.3.