Uitvoering met externe brandstoffilter
(geen brandstoffilter in de tank)
– Brandstoftank legen. Hiervoor de schroef „1"
losdraaien, afb. 33 resp. afb. 34 en de brand-
stof in een propere bak laten lopen. De brand-
stof kan dan later opnieuw gebruikt worden.
52
– Brandstoffilter van de houder schroeven.
– Een geschikte bak onder de filter plaatsen om
de resterende brandstof op te vangen.
53
– Brandstoftoevoerleiding „1" aan beide zijden
van de brandstoffilter „2" aftrekken en een
nieuwe filter plaatsen.
– De brandstoffilter moet vervangen worden.
Op de doorstromingsrichting (pijlen) letten.
– Filter aan de houder bevestigen.
– Brandstoftank met dieselbrandstof vullen,
hoofdst. 4.1.3.
Het brandstofsysteem wordt automatisch
ontlucht.
– Brandstoffilter en leidingen na een korte proe-
frun op dichtheid controleren.
5.4.2. Onderhoud droog luchtfilter
Het is eigenlijk alleen nodig het luchtfilterelement
te reinigen als bij het hoogste toerental de ver-
vuilingsindicator dat aangeeft, hfdst. 5.2.3.
In ieder geval moet het filterelement na iedere
500 uur vervangen worden.
2443 / 12
54
– Demonteer de luchtfilterkap.
28