DMU31742
De boot stoppen
DWM01510
●
Gebruik de achteruitversnelling niet om
de boot af te remmen of te stoppen, aan-
gezien dat ertoe kan leiden dat u de con-
trole over de boot verliest, uit de boot
wordt geslingerd of tegen het stuur of
een ander onderdeel van de boot wordt
aangeslingerd. Dit kan het risico op ern-
stige letsels vergroten. Bovendien kan
het schade toebrengen aan het scha-
kelmechanisme.
●
Schakel nooit in achteruit terwijl u met
scherende snelheid vaart. Dat kan lei-
den tot het verlies van de controle, het
vollopen van de boot of schade aan de
boot.
De boot is niet uitgerust met een afzonderlijk
remsysteem. Hij wordt afgeremd door de
weerstand van het water nadat de gashendel
werd dichtgedraaid en de motor met statio-
nair toerental draait. De remafstand varieert
afhankelijk van het brutogewicht, de toestand
van het wateroppervlak en de windrichting.
DMU35890
Bedienen van de bakboord- /
middelste / stuurboordmotor
De te gebruiken buitenboordmotor kan wor-
den geselecteerd met de hoofdschakelaar.
N
ZMU05829
DCM01740
Denk eraan de ongebruikte motor omh-
oog te kantelen. Anders kan er water in de
uitlaatpijp terechtkomen door de golfslag,
hetgeen tot motorstoringen kan leiden.
1
3
1. Bakboordbedieningshendel
2. Stuurboordbedieningshendel
3. Bakboordmotor
4. Centrale motor
5. Stuurboordmotor
Bedienen van de drie buitenboordmoto-
ren
Werking
2
S
P
C
4
5
ZMU06003
68