Inhoudsopgave
Advertenties
Handige functies (Vervolgd)
b Opmerkingen
• Wanneer [SCENE SELECTION SET] is
ingesteld, worden de volgende instellingen
geannuleerd.
– Witbalans
– Iris
– Sluitertijd
– ISO-gevoeligheid/versterking
• Wanneer [SCENE SELECTION SET] is
ingesteld, wordt het focusgebied vastgezet op
[WIDE].
Opnamen maken op locaties
met weinig licht (LOW LUX)
U kunt heldere video-opnamen maken, zelfs
bij weinig licht, zoals op buitenlocaties met
beperkte straatverlichting of slecht verlichte
binnenruimtes, door de versterking en
sluitertijd automatisch te optimaliseren.
b Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar als de
schakelaar AUTO/MANUAL is ingesteld op
AUTO en [AUTO MODE SET] is ingesteld op
[AUTO].
1
Stel de schakelaar AUTO
MANUAL in op AUTO.
2
Druk op de knop MENU.
3
Selecteer
[LOW LUX] t [ON].
•
wordt weergegeven.
• Als u wilt annuleren, stelt u [LOW
LUX] in op [OFF].
Opnamen maken in donkere
omstandigheden (NIGHTSHOT)
U kunt opnamen maken onder zeer donkere
omstandigheden door het infraroodlicht in
te schakelen.
54
NL
(CAMERA SET) t
Het infraroodlicht gaat niet aan als
[NIGHTSHOT LIGHT] is ingesteld op
[OFF].
1
Druk op de knop MENU.
2
Selecteer
[NIGHTSHOT] t [ON].
•
wordt weergegeven.
• Als u wilt annuleren, stelt u [NIGHTSHOT] in
op [OFF].
b Opmerkingen
• NIGHTSHOT kan alleen worden gebruikt als de
AUTO/MANUAL-schakelaar op AUTO staat.
• NIGHTSHOT maakt gebruik van infraroodlicht.
Zorg ervoor dat uw vinger het NightShot-lampje
niet bedekt wanneer u opnamen maakt.
• Verwijder de lenskap.
• Gebruik NIGHTSHOT niet in lichte
omstandigheden. Als u dit toch doet, kan de
camcorder beschadigd raken.
De beeldkwaliteit aanpassen
(beeldprofiel)
U kunt de beeldkwaliteit aanpassen door
beeldprofielitems zoals [GAMMA] en
[DETAIL] aan te passen. U kunt de tijd, de
weersomstandigheden of alleen uw
persoonlijke voorkeur aanpassen.
Druk op de knop ASSIGN3/PICTURE
PROFILE om het selectiescherm voor
beeldprofielen weer te geven.
Selecteer een beeldprofielnummer om
opnamen te maken met de geselecteerde
instellingen voor het beeldprofiel (p. 122).
U kunt de instellingen van het beeldprofiel
wijzigen.
De instellingen voor beeldkwaliteit voor
verschillende opnameomstandigheden zijn
als standaardinstellingen opgeslagen in
[PP1] t/m [PP10].
[PP4] is standaard ingesteld voor het
beeldprofiel.
(CAMERA SET) t
Advertenties
Inhoudsopgave
