Inhoudsopgave
Advertenties
De scherpstelling aanpassen (Vervolgd)
z Tips
• De informatie over brandpuntsafstand (de
afstand waarop het onderwerp is scherpgesteld,
voor wanneer het donker is en moeilijk is om
scherp te stellen) verschijnt ongeveer drie
seconden in de volgende gevallen.
– Wanneer u op de AF/MF-knop C drukt om
handmatig scherp te stellen en 9 op het lcd-
scherm wordt weergegeven.
– Wanneer u de handmatige lensring A draait
terwijl 9 wordt weergegeven op het lcd-
scherm.
• U kunt de informatie over de brandpuntsafstand
instellen op meter of voet ([FOCUS DISPLAY],
p. 115).
Het scherpstelgebied instellen
U kunt de positie wijzigen die automatische
scherpstelling gebruikt voor het scherpstellen.
Dit is handig wanneer de compositie en het
bewegingsbereik van het onderwerp vooraf
worden bepaald of wanneer het moeilijk is om
scherp te stellen op een beoogd onderwerp.
1 Druk op de MENU-knop
(CAMERA SET) t [FOCUS
AREA].
2 Selecteer [WIDE], [ZONE], [CENTER]
of [FLEXIBLE SPOT].
Wanneer [ZONE] of [FLEXIBLE
SPOT] wordt geselecteerd, raakt u de
positie aan waarop u wilt scherpstellen
op het volgende scherm dat wordt
weergegeven.
b Opmerkingen
• [FOCUS AREA] is in de volgende gevallen vast
ingesteld op [WIDE].
– Bij gebruik van Clear Image Zoom
– Bij gebruik van Digital Zoom
– Bij opnamen in de automatische modus met
de instelling [SCENE SELECTION]
– Bij opnamen in de automatische modus met
de instelling [INTELLIGENT AUTO]
– Bij gebruik van AF-vergrendeling
– Wanneer het gezicht met prioriteit wordt
geselecteerd met gezichtsherkenning (FACE
DETECTION)
• De instelling voor het scherpstelgebied is
uitgeschakeld wanneer u opnamen maakt in
superslowmotion.
36
NL
en selecteer
D
• Als u niet-optische zoom gebruikt, wordt de
instelling van het scherpstelgebied
uitgeschakeld en wordt het kader van het
scherpstelgebied weergegeven met stippellijnen.
Om scherp te stellen op een positie
wanneer [WIDE] is geselecteerd
Wanneer [FOCUS AREA] is ingesteld op
[WIDE] en er een onbedoelde positie is
ingesteld, raakt u de positie aan waarop u
wilt scherpstellen op het lcd-scherm om
automatisch scherp te stellen op die positie.
Het gebied dat kan worden aangeraakt, is
beperkt tot het AF-gebied voor fasedetectie.
Informatie over fasedetectie-AF
Als er fasedetectie-AF-afstandmeetpunten
binnen het scherpstelgebied zijn, gebruikt
automatische scherpstelling een combinatie
van fasedetectie-AF en contrast-AF.
b Opmerking
• Fasedetectie-AF kan in de volgende gevallen
niet worden gebruikt. Alleen contrast-AF wordt
gebruikt.
– Als de bestandsindeling XAVC S HD is en de
opname-indeling 120p/100p is
– Wanneer [HIGH FRAME RATE] is
ingeschakeld in [S&Q MOTION]
– Bij gebruik van [NIGHTSHOT]
– Als de iris F8.0 of hoger is
De snelheid van de AF-aandrijving
selecteren
U kunt selecteren welkes scherpstelsnelheid
wordt gebruikt door de automatische
scherpstelling.
1 Druk op de MENU-knop
(CAMERA SET) t [AF DRIVE
SPEED].
2 Selecteer een snelheid tussen
[1[SLOW]] en [7[FAST]].
1 tot 4: De scherpstelling beweegt
langzaam wanneer het onderwerp waarop
moet worden scherpgesteld verandert,
waardoor u indrukwekkende beelden kunt
maken.
en selecteer
D
Advertenties
Inhoudsopgave
