1 Snelkalibratie
2 Stabiliteit
3 Eerste/primaire lijn
4 Batterijpercentage
5 Tweede/secundaire lijn
6 Elektrodeconditie
7 Conversiefactor TDS
8 Lage batterijspanning
9 Gebruikte pH-kalibratiebuffers
10 Automatische temperatuurcompensatie
11 Meeteenheid
12 Temperatuureenheid
13 Derde lijn
14 Meetmodus
GEBRUIK
Elke meter wordt geleverd met batterijen. Voordat u de meter voor het eerst gebruikt, opent u het
batterijvak en plaatst u de batterijen met inachtneming van de polariteit (zie 'Batterij vervangen').
De elektrode aansluiten
Met de meter uitgeschakeld sluit u de elektrode aan op de DIN-connectie aan de onderkant van
de meter door de pinnen uit te lijnen en de stekker stevig in te drukken. Verwijder de beschermdop
van de elektrode voordat u metingen uitvoert en bewaar deze dop.
De meter inschakelen
Om de meter in te schakelen, drukt u op de aan-knop op de voorkant van het instrument. Als de
meter niet wordt ingeschakeld, controleert u of de batterijen op de juiste manier zijn geïnstalleerd.
De meter is voorzien van een geluidssignaal wanneer een toets wordt ingedrukt. Bij het opstarten
geeft de meter alle lcd-segmenten gedurende enkele seconden weer, gevolgd door de percen-
tage-indicatie van de resterende levensduur van de batterij. Vervolgens gaat de meter naar de
normale meetmodus.
3