8 POSITIE VAN DE SENSOR
8.4
Berekening positie voor hoogte sensor ≤ 1 m
8.4.1
Inleiding
8.4.2
Overzicht van mogelijke installatieconfiguraties
G E B R U I K S I N S T R U C T I E S | safeRS/safeRS3 mixed system
80
Vervolgens worden de formules aangeduid voor de berekening van de optimale positie
voor sensoren met installatiehoogte lager dan of gelijk aan 1 m.
WAARSCHUWING
Bepaal de optimale positie van de sensor op basis van de vereisten van de
risicobeoordeling.
Hieronder worden de mogelijke configuraties van de hoogte (h) en de inclinatie (α)
aangeduid:
1 = Configuratie 1: het gezichtsveld van de sensor raakt de grond nooit
l
2 = Configuratie 2: de bovenzijde van het gezichtsveld van de sensor raakt de grond
l
nooit
3 = Configuratie 3: de bovenzijde en de onderzijde van het gezichtsveld raken de
l
grond altijd
X = Configuratie niet mogelijk
l
WAARSCHUWING
Met configuraties die niet in deze tabellen worden vermeld of die zijn aangegeven met
"x", zijn de veiligheidsfuncties niet gegarandeerd.
Gezichtsveld van 110°
Configuratie van de
installatie
-20
0
x
10
x
20
x
30
x
40
x
h (cm)
50
x
60
3
70
3
80
3
90
3
100
3
α (°)
-10
0
10
20
x
x
2
1
x
x
2
1
x
2
2
1
x
2
2
x
x
2
2
x
2
2
2
x
2
2
x
x
2
2
x
x
2
2
x
x
2
2
x
x
2
2
x
x
Onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving
8027625 /1MLZ/30-12-2023 | SICK