4.7
Veldbus-communicatie (PROFIsafe)
4.7.1
Beschikbaarheid van PROFIsafe-functie
4.7.2
Communicatie met de machine
4.7.3
Invoergegevens van de PLC
8027625 /1MLZ/30-12-2023 | SICK
Onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgevinga
Veiligheidscommunicatie via PROFIsafe is beschikbaar in alle verwerkingseenheden die
zijn uitgerust met een PROFIsafe-interface. Zie
meer informatie.
Met de veldbus kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Dynamisch kiezen uit 1 tot 32 vooraf ingestelde configuraties.
l
De status van de ingangen uitlezen.
l
De uitgangen controleren.
l
De doelgegevens lezen.
l
De sensoren in muting zetten.
l
Herstartsignaal inschakelen.
l
Het signaal voor herstel van het systeem inschakelen.
l
Voor meer informatie, zie safeRS3 PROFIsafe communication Technical Information.
Wanneer noch de digitale ingangen noch de OSSD's zijn geconfigureerd als Fieldbus
controlled, gedragen de ingangsdata van de PLC zich als volgt:
Toestand
IOPS (PLC provider status)
= bad
Verbinding verbroken
Na opstarten
Wanneer ten minste één digitale ingang of OSSD is geconfigureerd als Fieldbus
controlled, gedragen de ingangsdata van de PLC zich als volgt:
Toestand
IOPS (PLC provider status)
= bad
Verbinding verbroken
Na opstarten
4 SAFERS/SAFERS3 MIXED SYSTEM KENNEN
Verwerkingseenheid op pagina 23
Invoergegevens van de PLC
de laatste geldige waarde van de
ingangsvariabele blijft behouden
de laatste geldige waarde van de
ingangsvariabele blijft behouden
de beginwaarden (op 0 gezet)
worden gebruikt voor de
ingangsvariabelen
Invoergegevens van de PLC
de laatste geldige waarde van de
ingangsvariabele blijft behouden
de laatste geldige waarde van de
ingangsvariabele blijft behouden
de beginwaarden (op 0 gezet)
worden gebruikt voor de
ingangsvariabelen
G E B R U I K S I N S T R U C T I E S | safeRS/safeRS3 mixed system
voor
Gedrag van het systeem
het systeem blijft werken in zijn
normale bedrijfstoestand
het systeem blijft werken in zijn
normale bedrijfstoestand
het systeem blijft werken in zijn
normale bedrijfstoestand
Gedrag van het systeem
het systeem blijft werken in zijn
normale bedrijfstoestand
het systeem gaat in een veilige
toestand, waarbij de OSSD-
uitgangen worden
uitgeschakeld, totdat de
verbinding is hersteld.
het systeem blijft in een veilige
toestand, waarbij de OSSD-
uitgangen worden
uitgeschakeld, totdat de
invoergegevens in een
gepassiveerde toestand worden
gebracht.
37