Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Signalering Van Masking Bij De Inschakeling; Gevoeligheidsniveaus; Controles Die Moeten Worden Uitgevoerd Wanneer De Anti-Maskingfunctie Is Uitgeschakeld - SICK safeRS mixed system Gebruiksinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

7.3.4

Signalering van masking bij de inschakeling

7.3.5

Gevoeligheidsniveaus

7.3.6

Controles die moeten worden uitgevoerd wanneer de anti-maskingfunctie is uitgeschakeld

8027625 /1MLZ/30-12-2023 | SICK
Onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgevinga
Als het systeem diverse uren is uitgeschakeld en er een thermische schok is geweest, is
het mogelijk dat de sensor bij de inschakeling een valse signalering van masking zendt.
De veiligheidsuitgangen worden binnen 3 minuten automatisch geactiveerd wanneer de
sensor zijn werktemperatuur heeft bereikt. Dit is niet het geval als de temperatuur van
de sensor nog ver verwijderd is van de referentietemperatuur.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus beschikbaar voor de functie tegen masking:
Niveau
Hoog
De sensor is maximaal gevoelig
voor veranderingen in de
omgeving. (Aanbevolen niveau
wanneer het gezichtsveld vrij is tot
een meter)
Gemiddeld
De sensor is weinig gevoelig voor
veranderingen in de omgeving. De
occlusie moet duidelijk zijn
(vrijwillige manipulatie).
Laag
De sensor detecteert alleen
masking als de occlusie compleet
is en met sterk reflecterende
objecten (bijv. metaal, water) in de
buurt van de sensor.
Gedeactiveerd
De sensor detecteert geen
veranderingen in de omgeving.
WAARSCHUWING Als de
functie is gedeactiveerd, kan het
systeem de aanwezigheid van
eventuele voorwerpen signaleren
die de normale detectie
belemmeren (zie
moeten worden uitgevoerd
wanneer de anti-maskingfunctie is
uitgeschakeld
Om het gevoeligheidsniveau te wijzigen of de functie te deactiveren, gaat u in de
toepassing safeRS3 Designer en klikt u op Settings en op Anti-tampering.
Wanneer de functie tegen masking is gedeactiveerd, moeten de volgende controles
uitgevoerd worden.
Veiligheidsfunctie
Functie van
Vóór elke herstart van de
toegangsdetectie
machine
Functie van
Wanneer de
preventie tegen
veiligheidsuitgangen worden
herstart
uitgeschakeld
Beschrijving
Installaties met lege omgeving en met
een hoogte van minder dan een meter,
waar objecten de sensor kunnen
blokkeren.
Installaties met een hoogte van meer dan
een meter, waarbij masking
waarschijnlijk alleen zal optreden als dit
vrijwillig is.
Installaties op bewegende delen, waarbij
de omgeving continu varieert, maar waar
er zich statische objecten in de buurt van
de sensor kunnen bevinden (obstakels
op het pad).
Zie
pagina.
Controles die
onder).
Periodiciteit
Verwijder alle voorwerpen die het
gezichtsveld van de sensor belemmeren.
Herpositioneer de sensor volgens de
begininstallatie.
G E B R U I K S I N S T R U C T I E S | safeRS/safeRS3 mixed system
7  ANDERE FUNCTIES
Voorbeeld toepassing
Wanneer deactiveren op de volgende
Handeling
69

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Safers3 mixed system

Inhoudsopgave