Inhoudsopgave
Advertenties
7 ANDERE FUNCTIES
7.3
Functies tegen manipulatie: anti-masking
7.3.1
Signalering van masking
7.3.2
Proces voor opslaan van omgeving
7.3.3
Oorzaken van masking
G E B R U I K S I N S T R U C T I E S | safeRS/safeRS3 mixed system
68
De sensor detecteert de aanwezigheid van voorwerpen die het gezichtsveld kunnen
belemmeren. Wanneer de systeemconfiguratie wordt opgeslagen, slaat de sensor de
omgeving op. Als de sensor vervolgens variaties van de omgeving detecteert die
zodanig zijn dat het gezichtsveld wordt beïnvloed, stuurt hij een signalering van masking
naar de verwerkingseenheid. Bij een signalering van masking deactiveert de
verwerkingseenheid de veiligheidsuitgangen.
Opmerking: de signalering van masking is niet gewaarborgd bij aanwezigheid van
voorwerpen met zodanige reflecterende eigenschappen dat hun RCS onder de
minimaal detecteerbare drempel valt.
Opmerking: als de positie is gewijzigd ten opzichte van opgeslagen referenties (bijv. bij
masking van een sensor) en de anti-rotatiefunctie rond de assen is ingeschakeld, dan
detecteert safeRS/safeRS3 mixed system de manipulatie en wordt het bericht binnen 5
s verzonden.
De sensor start het proces van het opslaan van de omgeving wanneer de configuratie in
de toepassing safeRS3 Designer wordt opgeslagen. Daarna wacht het tot 20 seconden
tot het systeem de alarmtoestand heeft verlaten en de scène statisch is geworden,
waarna het de omgeving scant en opslaat.
LET OP
Als de scène niet binnen het interval van 20 seconden statisch is, blijft het systeem in
een fout (SIGNAL ERROR) status en moet de systeemconfiguratie opnieuw worden
opgeslagen.
Opmerking: Er wordt aanbevolen om het proces van het opslaan minstens 3 minuten
na de inschakeling van het systeem uit te voeren om te garanderen dat de sensor de
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
Alleen na afloop van het proces van het opslaan kan de sensor de signaleringen van de
masking verzenden.
Hieronder volgen de mogelijke oorzaken voor een masking signalering:
In het veiligheidsveld is een voorwerp gepositioneerd dat het gezichtsveld van de
l
sensor belemmert.
De omgeving van het veiligheidsveld varieert aanzienlijk, bijvoorbeeld als een sensor
l
op beweegbare delen is geïnstalleerd of als beweegbare delen aanwezig zijn in het
veiligheidsveld.
De configuratie is opgeslagen met de sensoren geïnstalleerd in een andere
l
omgeving dan de werkomgeving.
Er hebben zich temperatuurschommelingen voorgedaan.
l
8027625 /1MLZ/30-12-2023 | SICK
Onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
