WERKING
4.10 - Warm waterregeling (optie)
Deze optie is alleen mogelijk bij HYDROLEAN units van type SWC voor alleen koelen. Ze bestaat uit een speciale confi guratie van
het programma en temperatuursensors aan de condensor.
!
Het is NIET aan te bevelen om een drukregelklep te gebruiken in combinatie met de optie warm waterregeling.
4.11 - Extern verwarmen/koelen (standaard als er geen onverenigbaarheid is, zie vorige pagina)
Deze optie is alleen mogelijk bij HYDROLEAN warmtepompen van type SWH. Ze bestaat uit een speciale confi guratie van het
programma en maakt het mogelijk extern om te schakelen van koelen naar verwarmen.
Raadpleeg het elektrische schema voor informatie over het aansluiten van het externe signaal voor verwarmen/koelen.
5 - ANDERE VOORZIENINGEN EN OPTIES
5.1 - Verlies van voedingsspanning
Er zijn geen problemen als de machine na een korte spanningsuitval (tot ca. een uur) weer gestart wordt. Zet na langere spanningsuitval
de unit eerst op "OFF", met de carterverwarming van de compressor zo lang ingeschakeld dat de olie in het ondercarter weer op
temperatuur is. Start daarna de unit.
5.2 - Luchtgekoelde koelmachine:
5.2.1 - Startprocedure
• Druk op de startschakelaar van de unit, het lampje van de voedingsspanning licht op; Het regelcircuit kan niet geactiveerd worden
als er geen elektrische voeding van het hoofdcircuit is.
• Afhankelijk van de koelvraag geeft de regelthermostaat het starten van de compressor(s) vrij, die vervolgens achtereenvolgens
starten. Het indicatorlampje per compressor geeft dit aan.
•
5.2.2 - Regeling voor geleidelijk stoppen
Naarmate de koelbehoefte afneemt, schakelt de regeling stapsgewijs trappen uit, in reactie op de afgenomen temperatuur van het
retourwater.
Afhankelijk van de uitvoering van de machine gaat de capaciteitsreductie door het stoppen van een compressor, of door de capaciteit
van de compressor zelf te verminderen. Dit gaat door totdat de regeling de unit helemaal gestopt heeft. Dit wordt aangegeven door
een indicatorlampje.
5.2.3 - Stilleggen om veiligheidsredenen
Als in een circuit een fout optreedt, gedetecteerd door een beveiliging (te hoge druk, oliedruk valt weg, motorbeveiliging, etc.) zorgt het
betreffende relais voor het onvoorwaardelijk stilleggen van de compressor van dat circuit. Dit wordt aangeduid door een indicatorlampje.
Sommige fouten zijn aanleiding om de hele unit meteen te stoppen, namelijk van de volgende beveiligingen:
• Stromingsschakelaar
• Antivries-thermostaat
• etc.
Bij veiligheidsvoorziening die niet met de hand worden gereset start het circuit of de machine automatisch weer op zodra de fout is
opgelost.
5.2.4 – Regeling condensordruk via waterklep
Deze voorziening is als optie beschikbaar voor units met gekoelde condensor en een kleine waterhoeveelheid (HYDROLEAN & MCW).
De waterpressostaat moet op de condensoruittrede geïnstalleerd zijn. Hiermee is de waterstroom door de warmtewisselaar te variëren
om de condensatiedruk op de juiste waarde te houden.
CHILLER-IOM-1309-D
• 39 •