Download Print deze pagina

Lennox NEOSYS Installatie-, Bedienings- En Onderhoudshandleiding pagina 24

Advertenties

INSTALLATIE
Correctietabellen voor MRC & HYDROLEAN-units:
Correctiefactoren snelheid
persgas
13
Zuiggas
8
temperatuur °C
3
Correctie factoren snelheid
vloeistofl eiding
13
Zuiggas
8
temperatuur °C
3
7.3 - Mechanische isolatie van koudemiddelleidingen
Isoleer koudemiddelleidingen van het gebouw om overdracht van trillingen, die normaal in leidingen ontstaan, te voorkomen. Voorkom
overbrugging van de isolatie bij de unit door koudemiddelleidingen of elektrische leidingen te strak te bevestigen. Eventuele trillingen
zullen door starre leidingen worden overgebracht op het gebouw.
Bij onvoldoende isolering van koperen koudemiddelleidingen kunnen die vroegtijdig scheuren waardoor gas vrijkomt.
7.4 - Druktest
De vorming van koperoxide bij het solderen is te voorkomen door wat droge stikstof door de leidingen te blazen.
De leidingen moeten worden aangelegd met perfect schone pijpen, die tijdens opslag en aansluiten afgedopt zijn.
Neem bij deze werkzaamheden de volgende voorzorgsmaatregelen:
1. Werk niet in een gesloten ruimte, want koudemiddel kan verstikking veroorzaken. Zorg dat er voldoende ventilatie is.
2. Gebruik bij het lektesten geen zuurstof of acetyleen in plaats van koudemiddel en stikstof: dit kan namelijk een heftige explosie
veroorzaken.
3. Gebruik altijd een regelventiel, afsluiters en een manometer om de testdruk in het systeem te regelen. Door een te hoge druk kunnen
leidingen barsten, kan de unit beschadigd raken en/of kunnen explosies ontstaan met ernstig persoonlijk letsel.
Druktesten aan vloeistof- en gasleidingen moeten steeds worden uitgevoerd in overeenstemming met de geldende wettelijke
voorschriften. Voordat een unit opgestart wordt aan een vloeistofvat moeten leidingen en condensor van vocht ontdaan worden. Vocht
is te verwijderen met een tweetraps vacuümpomp, die een vacuüm van 600 Pa (absoluut) kan halen.
De beste resultaten zijn te bereiken met een vacuüm tot 100 Pa.
Om zo'n vacuüm te bereiken bij normale temperaturen, d.w.z. 15 °C, heeft de pomp vaak wel 10 tot 20 uur nodig. De pompduur is
geen kwestie van effi ciency. Het drukniveau moet gecontroleerd worden voordat de unit in bedrijf gesteld wordt.
7.5 - Koudemiddel vulling
Koelmachines met R410A moeten in de vloeistoffase worden gevuld. Vul een machine die met R410A werkt nooit in de dampfase:
daardoor kan de samenstelling van het mengsel veranderen. Gebruik voor het vullen in de vloeistoffase óf de vloeistofafsluiter, óf de
snelkoppeling in de vloeistofl eiding bij de uittrede van de kraa.
Opmerking voor alle units:
Splitunits worden geleverd met stikstof schutvulling. Voor vacumeren voor dehydratie, moet de unit ontlucht worden. Telkens wanneer
koelmiddel toegevoegd wordt, controleer de toestand van de vulling via het kijkglas indien dit aanwezig is en bekijk ook de mate van
onderkoeling van de vloeistof aan de condensoruittrede, volgens de ontwerpwaarde van het systeem. In elk geval, de vulling niet
bijvullen tot de unit stabiel is. Het systeem niet overbelasten, omdat dit een negatieve invloed kan hebben op de werking.
Problemen door te veel koudemiddel:
• Veel te hoge persdruk,
• Kans op schade voor de compressor,
• Veel te hoog opgenomen vermogen.
• 22 •
25
30
35
1,37
1,25
1,15
1,41
1,30
1,20
1,47
1,34
1,24
Temperatuur vloeistofl eiding °C, 5°C onderkoeling
20
25
30
0,67
0,72
0,77
0,67
0,72
0,78
0,68
0,73
0,78
Condensatietemperatuur °C
40
45
1,07
1,01
1,11
1,05
1,16
1,09
35
40
0,83
0,90
0,84
0,91
0,85
0,92
50
55
60
0,96
0,93
0,92
1,00
0,97
0,96
1,04
1,01
1,00
45
50
55
0,99
1,10
1,23
1,00
1,11
1,24
1,01
1,12
1,26
CHILLER-IOM-1309-D

Advertenties

loading