INSTALLATIE
7.1 - Dimensionering vloeistofl eidingen
Dimensioneer de vloeistofl eidingen op basis van:
1. De bedrijfsomstandigheden bij volledige capaciteit.
2. Een maximaal drukverlies van 100 kPa
3. Een vloeistofstroomsnelheid onder 2 m/s (om slugging te voorkomen).
4. Let bij vloeistofstijgleidingen op dat de onderkoeling voldoende is om het verlies aan statische druk te compenseren en om belvorming
(gas fl ashing) te voorkomen.
Voor MRC & HYDROLEAN units:
Indien het koelmiddel in de vloeistofl eiding overslaat in een gas, dan zal het koelsysteem niet correct werken. Het onderkoelen van
de vloeistof is de enige manier om te voorkomen dat het koelmiddel overslaat in gas door drukverlies in de leiding. Drukverliezen
overeenkomend met 1,5°C van de verzadigde temperatuur mogen niet overschreden worden. Men moet letten op de afmetingen van
de vloeistofl eiding wanneer de expansieklep hoger gelegen is dan de condensor: Het totaal drukverlies in de vloeistofl eiding is gelijk
aan de som van het wrijvingsverlies, plus het gewicht (g*ρ*∆h) van de koelkolom van de vloeistof. Mogelijk moet een bijkomende
onderkoeler geïnstalleerd worden om een faseverandering in de vloeistofl eiding te voorkomen wanneer het totaal drukverlies te groot
is. Bij 45°C, bedraagt de volumemassa van het koelmiddel R-410A in de vloeibare fase ongeveer 940 kg/m3. Een drukwaarde van 1
bar komt overeen met een vloeistofkop van: 100 000/(940 x 9,81) = 10,8 m. De maximaal aanbevolen snelheid in de vloeistofl eidingen
bedraagt 1,5m/s om hameren van de vloeistof te voorkomen wanneer de elektromagnetische klep dicht gaat.
(2): bij 45°C met 5°C onderkoeling en 8°C zuigtemperatuur; voor andere condities, raadpleeg de tabel met de correctiefactoren.
7.2 - Pers- en zuigleidingen
CBereken deze zo dat in er verticale leidingdelen voldoende gassnelheid is voor oliedoorvoer en een goede terugkeer van de olie
naar de compressor (tabellen C en D).
Bepaal de afmetingen van verticale leidingen uit de volgende tabellen.
Horizontale leidingen mogen dikker zijn om het drukverlies in verticale leidingen te compenseren.
Het totale drukverlies in de leidingen moet kleiner of gelijk zijn aan 1 K bij de verzadigingsdruk aan de zuigzijde.
Voor MRC & HYDROLEAN units:
Het drukverlies bij de perszijde van de compressor (leidingen die de uitlaat van de compressor verbinden met de inlaat van de
condensor) moeten zo klein mogelijk zijn om het prestatieverlies van het systeem te beperken (bij condensatietemperatuur van 50°C,
met 1,5°C equivalent drukverlies (1,07bar), neemt de vermogensinput van de compressor toe met 3% en de koelcapaciteit af met 2,5%).
Maximale koelsnelheid: 15m/s; minimale snelheid voor horizontale leidingen: 3,5m/s; minimale snelheid op stijgende leidingen: 8m/s.
(1): Bij een condensatietemperatuur van 50°C en zuigtemperatuur van 8°C; voor andere condities, gebruik de tabel met de correctiefactoren
CHILLER-IOM-1309-D
• 21 •