Instrumentenpanelen
96
Rechter instrumentenpaneel
A
B
1
2
3
C
Het volgende geldt bij machines met een X1-functie
(hamer/schaar) en pedaalbediening:
Het pedaal dient te worden afgestemd afhankelijk
van de vraag of het voor bediening van een hamer
of schaar wordt gebruikt. Zie bladzijde
meer informatie.
4
OPMERKING!
Deze instructie kan worden gewijzigd, afhankelijk
van het type bedieningshendel. Zie bladzijde
voor meer informatie over bedieningshendels.
Bij een bedieningshendel met één knop (C)
D
E
OPMERKING!
V1137128
Wanneer de hamer/schaar bij bediening van deze
knop niet wordt geactiveerd, wordt de Powerboost
geactiveerd.
Bij een bedieningshendel met vier knoppen (D)
OPMERKING!
Er gebeurt niets bij het indrukken van knop (3).
Bij een bedieningshendel met
proportioneelschakelaar (E)
OPMERKING!
Er gebeurt niets, wanneer u de
proportioneelschakelaar naar rechts beweegt.
4) Toets overlastsignalering
Hamerstand
De hamer werkt, wanneer u de voorkant van het
pedaal (A) intrapt.
Schaarstand
De schaar werkt, wanneer u de voorkant (A) of de
achterkant (B) van het pedaal intrapt.
Hamerstand
De hamer werkt, wanneer u de knop (1) indrukt.
Hamerstand
De hamer werkt, wanneer u de knop (2) indrukt.
Schaarstand
De schaar werkt, wanneer u de knop (2) of (3)
indrukt.
Hamerstand
De hamer werkt, wanneer u de
proportioneelschakelaar (4) naar links beweegt.
Schaarstand
De schaar werkt, wanneer u de
proportioneelschakelaar (4) naar links of rechts
beweegt.
107 voor
107