Bedieningsinstructies
222
Transporteren van de machine
6 Bepaal de richting en rijd langzaam de rijplanken
en de laadvloer van de dieplader/oplegger op.
Blokkeer beide rupskettingen en veranker de
machine met verankeringsbanden die het
gewicht van de machine kunnen dragen, zodat
de machine niet kan bewegen.
- Zorg dat de bakcilinderstang bij het oprijden
van de machine niet met de dieplader/oplegger
in contact komt.
- Gebruik geen andere hendels dan de rijhendels
en -pedalen, wanneer de machine zich op de
rijplanken bevindt.
LET OP
Zorg dat u de cilinders van de knikarm of bak niet
te ver uitschuift, omdat ze anders ernstig
beschadigd kunnen raken.
7 Zet de machine uit.
V1151774
8 Als onderdelen van de machine zijn
gedemonteerd, laad deze dan op de juiste wijze
op de dieplader/oplegger. Zet zo nodig blokken
achter en onder de onderdelen.
9 Verwijder de contactsleutel.
10 Zet de hoofdstroomschakelaar van de accu in
stand UIT.
11 Sluit de deur en de toegangsluiken af.
12 Dek de uitlaatpijp af om schade aan de
turbocompressor te voorkomen.
13 Zorg ervoor dat de machine of de
gedemonteerde onderdelen stevig zijn
verankerd.