Controleren of alle slang- en leidingkoppelingen tussen het
luchtfilter en de inlaatbuis van de motor goed vastzitten.
Kortere service-intervallen aanhouden voor het reinigen
van het luchtfilter.
Kortere service-intervallen aanhouden voor het reinigen
Stoffige
van het gaas voor de radiateur en de oliekoeler.
omgeving
Kortere service-intervallen aanhouden voor het reinigen
van die delen van de machine waar vuil, brokstukken en
dergelijke zich kunnen ophopen om brandgevaar tot het
minimum te beperken.
De motorruimte en de omringende gebieden regelmatig
inspecteren en zo nodig reinigen.
Rupsplaten gebruiken die zich lenen voor de ondergrond.
Voor advies contact opnemen met de dichtstbijzijnde Volvo-
dealer.
Stenige grond
Aanbouwdeel gebruiken dat zich leent voor de ondergrond,
zoals een zware bak.
Kortere service-intervallen aanhouden voor het verversen
van de hydrauliekolie en het vervangen van het retourfilter
Hamergebruik
voor het hamercircuit.
1. Contact opnemen met een erkende Volvo-werkplaats
Onderhoudsbeurt, wanneer nodig
(1)
(1)
Onderhoud
375
358
358
363
355
357
282
-
-