Overige bedieningselementen
126
Bestuurderscomfort
B
A
A Verstelhandgreep
B Veerwegindicator
LET OP
Om brand te voorkomen moet u de
stoelverwarming uitschakelen, voordat u van de
stoel opstaat.
Luchtgeveerde stoel (extra)
Voor nog meer comfort is de bestuurdersstoel ook
verkrijgbaar met luchtvering. Behalve de instelling
van de luchtvering zijn de instelmogelijkheden
hiervan hetzelfde als voor de mechanisch geveerde
stoel.
U stelt de luchtvering van de stoel als volgt in:
1 Zet het contactslot op 'ON' of start de motor.
2 Haal uw gewicht van de stoel.
3 Til de handgreep (A) op, totdat de luchtzak
volledig opgeblazen is.
4 Ga zitten en duw de handgreep (A) omlaag om
de luchtzak te laten leeglopen.
5 Stop met het laten leeglopen van de luchtzak,
V1065684
wanneer de stoel omlaagkomt. Het ingestelde
lichaamsgewicht dient binnen het groene gebied
van de veerwegindicator te liggen.
OPMERKING!
Wanneer de vering correct is afgestemd op uw
lichaamsgewicht, moet de stoel in een positie
binnen de veerweg staan.