Connectiviteit; Röntgenbelichtingsparameters - AGFA DX-D 300 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor DX-D 300:
- Gebruikershandleiding (90 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (87 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Connectiviteit
Het NX-werkstation is verbonden met het röntgensysteem om
röntgenbelichtingsparameters uit te wisselen.
Het NX-werkstation moet zijn aangesloten op een 100 Mbit Ethernet-netwerk
om gegevens te kunnen uitwisselen met een aantal andere apparaten.
Het NX-werkstation gebruikt een van de volgende protocollen om te
communiceren met andere apparaten in het ziekenhuisnetwerk:
• DICOM
• IHE
Het NX-werkstation kan worden verbonden met een RIS-systeem
(invoerplanning), een PACS-systeem (uitvoerbeelden/gegevensbeheer) en
een hardcopy-apparaat (uitvoerbeelden).
Röntgenbelichtingsparameters
De röntgenbelichtingsparameters en DAP-waarde kunnen geconfigureerd
worden om
• weergegeven te worden in het NX-beelddetailpaneel,
• afgedrukt te worden in het filmtekstvak,
• doorgestuurd te worden naar het Archief,
• doorgestuurd te worden naar het RIS via MPPS (Modality Performed
Procedure Step).
Het paneel Beelddetail van NX geeft de röntgenbelichtingsparameters en DAP-
waarde weer voor de individuele sub-belichtingen.
Alleen de cumulatieve DAP-waarde wordt doorgestuurd naar het Archief.
Opmerking: De gegevensaansluitingen tussen de onderdelen van
het systeem zijn afgescheiden van het ziekenhuisnetwerk en mogen
niet worden losgekoppeld of worden aangepast.
VOORZICHTIG:
Onvolledige belichtingsparameters (kV, mAs) worden
doorgestuurd naar het Archief voor meerdere sub-belichtingen
op één cassette. Alleen de belichtingsparameters voor één sub-
belichting worden doorgestuurd. Gebruik geen meerdere sub-
belichtingen wanneer de belichtingsparameters door het Archief
geïnterpreteerd worden.
DX-D 300 | Inleiding | 35
0172G NL 20230627 1651
Advertenties
Inhoudsopgave
