A
(
FBLAZEN
NEERZETTEN VAN HET WERKSTUK
In de bedrijfstoestand „Afblazen" wordt er perslucht op het vacuümcircuit van de ejector
gezet. Daardoor wordt er voor een snelle afname van het vacuüm gezorgd, waardoor het
werkstuk ook snel kan worden neergezet. De bedrijfstoestand „Afblazen" kan ofwel extern
ofwel intern worden aangestuurd.
Bij extern geregeld afblazen wordt de bedrijfstoestand „Afblazen" via de signaalingang
„Afblazen" geactiveerd.
Bij het intern geregelde auto-afblazen wordt automatisch na het verlaten van de bedrijfsto-
estand „Zuigen" voor een bepaalde tijd de klep „Afblazen" aangestuurd.
Bij het extern geregelde auto-afblazen wordt gedurende een ingestelde tijd vanaf het ac-
tiveren van de signaalingang „Afblazen" de klep „Afblazen" aangestuurd.
De ejector beschikt bovendien over de bedrijfsmodus „Handmatig bedrijf". In
deze bedrijfsmodus kan „Zuigen" en „Afblazen" via de toetsen van het folietoets-
enbord van de ejector worden aangestuurd. Zie ook paragraaf „Handmatig be-
drijf".
IO-
LINK
Voor de intelligente communicatie met een besturing kan de ejector in de IO-link-modus
worden gebruikt.
Door middel van de IO-link-modus kan de ejector op afstand worden geparametreerd.
Bovendien wordt door middel van de IO-link-modus de functie „energie- en procescontro-
le" (EPC) beschikbaar.
Energie- en Procescontrole (EPC) is in 3 modules onderverdeeld:
Condition Monitoring [CM]: statusbewaking voor het verhogen van de installatie-
beschikbaarheid
Energy Monitoring [EM]: energiebewaking voor het optimaliseren van het energiever-
bruik van het vacuümsysteem
Predictive Maintenance [PM]: anticiperend onderhoud voor het verhogen van de per-
formance en kwaliteit van grijpsystemen
S
SCPS
- 2
C HMA LZ
I
)
2-9