P
ARAMETERDATA
Aanvullend op de automatisch uitgewisselde procesdata stelt het IO-link-protocol een
acyclisch datakanaal voor indentificatiedata, parameters voor het instellen of algemene
terugmeldingen van het toestel ter beschikking. De beschikbare dataobjecten worden bij
IO-link als ISDU gekenmerkt en zijn binnen een toestel eenduidig dankzij hun index en
subindex te adresseren.
Ten behoeve van de toegang tot deze parameters vanuit een besturingsprogramma bie-
den de besturingsfabrikanten gebruikelijk een speciale functiemodule aan, zoals bijv. de
module „IOL_CALL" bij besturingen van de firma Siemens.
Welke parameterdata de ejector SCPSi biedt en hoe deze als ISDU-objecten worden af-
gebeeld kan in een separaat document, de zgn. „SCPSi Data Dictionary" worden gevon-
den, dat onder www.schmalz.com gereed staat om te downloaden.
P
ARAMETREERSERVER
Sedert de revisie 1.1 bevat het IO-link-protocol een automatische functie voor het overne-
men van data in het geval dat een toestel wordt uitgewisseld. Bij dit als Data Storage ge-
noemde mechanisme spiegelt de IO-link-master alle parameters voor het instellen van het
toestel in een eigen, niet-vergankelijk, opslaggeheugen. Bij het vervangen van een toestel
door een nieuw soortgelijk type worden de parameters voor het instellen van het oude toe-
stel automatisch door de master in het nieuwe toestel opgeslagen.
Opdat dit met de ejector SCPSi mogelijk is, dient deze op een master van de IO-link-
revisie 1.1 of hoger te worden toegepast en de Data Storage Feature in de configuratie
van de IO-poort te zijn geactiveerd.
Een gedetailleerde beschrijving van het Data Storage mechanisme kan hier niet worden
gegeven, echter de hieronder vermelde praktische aanwijzingen kunnen wij graag noe-
men:
Het spiegelen van de toestelparameters in de master vindt automatisch plaats zodra
het toestel met een IO-link-configuratietool, zoals bijv. S7-PCT, wordt geparametre-
erd.
Parameterwijzigingen, welke in het gebruikersmenu op het toestel worden uitgevoerd,
worden tevens automatisch in de master gespiegeld.
Parameterwijzigingen, welke door een besturingsprogramma met behulp van een
functiemodule worden uitgevoerd, worden niet automatisch in de master gespie-
geld. In dit geval kan het spiegelen handmatig in werking worden gesteld, doordat
na het wijzigen van alle gewenste parameters een ISDU-schrijftoegang op de pa-
rameter „System Command" met het commando „ParamDownloadStore" (getallen-
waarde 5) wordt uitgevoerd.
Opdat de dataoverdracht bij het uitwisselen van een toestel in de juiste richting func-
tioneert, dient te worden gewaarborgd dat zich het nieuwe toestel vóór het aanslui-
ten op de IO-link-master in de uitleveringstoestand bevindt. Dit kan op ieder mo-
ment via de functie „reset naar fabrieksinstellingen", bijv. via het bedieningsmenu,
worden gerealiseerd.
S
SCPS
- 2
C HMA LZ
I
5-54