B
EWAKING VAN DE EVACUATIETIJD
Overstijgt de gemeten evacuatietijd t1 (van H2 naar H1) de vastgelegde waarde
[t-1], dan wordt de Condition Monitoring waarschuwing „Evacuation time longer than t-1"
geactiveerd en de systeemstatuslamp op geel geschakeld.
De opgegeven vastgelegde waarde voor de max. toelaatbare evacuatietijd kan via het
configuratiemenu onder het menu-onderdeel
het instellen van de waarde 0 (= off) wordt de bewaking gedeactiveerd. De maximaal in te
stellen, toelaatbare evacuatietijd is 9,99s.
B
EWAKING VAN DE LEKKAGE
(ctr =
In het regelbedrijf
bewaakt (mbar/s). Daarbij wordt tussen twee toestanden een onderscheid gemaakt.
Leckage L <
Indien de lekkage kleiner is dan de inge-
[-L-]
stelde waarde
cuüm verder tot het schakelpunt H1-h1, en
de ejector start weer met aanzuigen (nor-
male regelmodus).
De Condition-Monitoring waarschuwing
wordt niet geactiveerd en er is geen invloed
op de systeemstatuslamp.
Met de instelling
B
EWAKING VAN DE STUWDRUK
Aan het begin van iedere zuigcyclus wordt indien mogelijk een stuwdrukmeting uitgevoerd.
Het resultaat van deze meting wordt met de ingestelde drempelwaarden voor H1 en H2
vergeleken.
Is de stuwdruk hoger dan (H2 – h2), echter lager dan H1, dan wordt de desbetreffende
Condition-Monitoring waarschuwing vastgelegd en de systeemstatuslamp op geel ge-
schakeld.
S
C HMA LZ
onS) wordt de daling van het vacuüm binnen een zekere tijd
[-L-]
in mbar/s daalt het va-
[dCS = ON]
SCPS
- 2
I
[t-1]
resp. via IO-link worden ingesteld. Door
Leckage L >
Is de lekkage groter dan de waarde [-L-],
regelt de ejector direct weer na.
Na tweemaal overschrijden van de toelaat-
bare lekkage schakelt de ejector om op
continu zuigen.
De Conditioning-Monitoring waarschuwing
wordt geactiveerd en de systeemsta-
tuslamp schakelt op geel.
wordt het continu zuigen verhinderd.
3-28
[-L-]