I
NSTELLING AFBLAAS
Onder de vacuümaansluiting (2) bevindt zich een regelschroef. Met deze regelschroef kan
de afblaas-volumestroom worden ingesteld.
Door met de wijzers van de klok mee te draaien (rechtsom) wordt de volumestroom ver-
laagd. Linksom draaien verhoogt de volumestroom.
De regelschroef is aan beide zijden van een aanslag voorzien.
De aanslag van de regelschroef niet doldraaien! Om technische redenen is altijd
een minimale volumestroom van ca. 10% noodzakelijk.
De afblaasvolumestroom kan tussen 10% en 100% worden ingesteld.
P
-S
RODUCTIE
ETUP
Extra functies in de IO-link-modus:
De hieronder beschreven functies zijn uitsluitend via IO-link ter beschikking
De ejector biedt de mogelijkheid max. vier verschillende Productie-Setup-Profielen (P-0
t/m P-3) op te slaan. Hierbij worden alle voor de werkstuk-handling belangrijke gegevens
ingevoerd. De selectie van het desbetreffende profiel vindt plaats via de procesdatabyte
PDO byte 0. Daardoor wordt een comfortabele en snelle mogelijkheid geboden de para-
meters op verschillende werkstukeigenschappen aan te passen.
De actueel geselecteerde record wordt dan via de Parameterdata – Production Setup af-
gebeeld. Dit zijn tevens de actuele parameters waarmee de ejector werkt, en welke via het
menu worden weergegeven.
Bij selectie van het basismenu via de toets
actueel van toepassing zijnde parameterrecord (P-0 t/m P-3) weergegeven.
Als basisinstelling en in de SIO-modus is Productie-Setup-Profiel P-0 geselec-
teerd.
S
C HMA LZ
-
VOLUMESTROOM
+
-P
ROFIELEN
SCPS
- 2
I
-
wordt in de IO-link-modus kort de
3-26