Inhoudsopgave
Advertenties
[dCS = oFF]
Wordt de functie
kage en bij een te hoge schakelfrequentie van de klep om naar de bedrijfstoestand „Con-
tinu aanzuigen".
[dCS = on]
In de instelling
gelt ondanks hoge lekkage of een regelfrequentie >6/3s verder.
Het deactiveren van het uitschakelen van de regeling
zeer frequent regelen van de zuigklep leiden.
Hierdoor is het gevaar aanwezig dat de ejector wordt vernield!
De instelling
[ctr = on]
In het geval van onderspanning resp. uitvallen van de voedingsspanning wordt,
afhankelijk van de ejectorvariant (NO / NC / IMP), ondanks een gedeactiveerd
continu aanzuigen door
gen" omgeschakeld.
A
FBLAASMODI
Met behulp van deze functie kan uit drie afblaasmodi worden gekozen.
De functie kan via het configuratiemenu onder het menu-onderdeel
worden ingesteld.
E
XTERN GEREGELD AFBLAZEN
De klep „Afblazen" wordt via de signaalingang „Afblazen" direct aangestuurd. De ejector
blaast af zolang het signaal actief is.
De instelling van de afblaasfunctie voor deze bedrijfsmodus is
I
NTERN TIJDGEREGELD AFBLAZEN
De klep „Afblazen" wordt bij het verlaten van de bedrijfstoestand „Zuigen" automatisch ge-
[tbL]
durende de tijd
sturing worden bespaard.
De instelling van de afblaasfunctie voor deze bedrijfsmodus is
Ook in de modus
naalingang „afblazen" in werking worden gesteld.
E
XTERN TIJDGEREGELD AFBLAZEN
De afblaasimpuls wordt via de ingang „Afblazen" extern aangestuurd. De klep „Afblazen"
wordt gedurende de ingestelde tijd
niet tot een langere afblaasduur.
S
C HMA LZ
geselecteerd, dan schakelt de ejector bij een te hoge lek-
wordt het continu aanzuigen gedeactiveerd, en de ejector re-
[dCS = on]
[ctr = onS]
of
is ingesteld.
[dCS = on]
aangestuurd. Dankzij deze functie kan op een uitgang op de be-
[I-t]
kan de bedrijfsmodus „Afblazen" nog steeds via de sig-
[tbL]
SCPS
- 2
I
is alleen mogelijk indien de regelfunctie
naar de bedrijfstoestand „Continu aanzui-
aangestuurd. Een langer ingangssignaal leidt
3-20
[dCS = on]
kan tot het
[bLo]
resp. via IO-link
[-E-]
[l-t]
Advertenties
Inhoudsopgave
