4 B
EDIENINGS
De bediening vindt plaats via vier toetsen van het folietoetsenbord. Instellingen worden via
software-menu's uitgevoerd. De bedieningsstructuur is ingedeeld in instellingen van het
basismenu en van het configuratiemenu. Voor standaardtoepassingen is de instelling van
de ejector in het basismenu voldoende. Voor toepassingen met bijzondere eisen is een
uitgebreid configuratiemenu ter beschikking.
Indien instellingen worden gewijzigd, kunnen onder bepaalde omstandigheden
kortdurende (gedurende ca. 50ms) ongedefinieerde toestanden van het systeem
optreden.
V
ACUÜMWEERGAVE
Buiten het menu bevindt zich de ejector in de weergavemodus. Daar wordt het actuele
vacuüm resp. de actuele systeemdruk weergegeven.
Indien in het vacuümcircuit een overdruk heerst, dan wordt dit door de ejector met de in-
dicatie „-FF" weergegeven. Dit gebeurt normaliter altijd in de bedrijfsstatus afblazen.
Een te hoge vacuümwaarde (buiten het meetbereik) wordt door de indicatie „FFF" gesig-
naleerd.
A
FZONDERLIJKE FUNCTIES
In de weergavemodus is aan iedere toets een bepaalde functie toegewezen.
V
OEDINGSSPANNING
Door op de
toets te drukken wordt de actueel op de ejector aanwezige voedingsspan-
ning in Volt weergegeven.
Voedings-
spanning
3 sec.
De weergave keert na 3 s weer naar de vacuümweergave terug.
De ejector is geen gekalibreerd meettoestel, de weergegeven spanning kan ech-
ter als richtwaarde en voor vergelijkende metingen worden aangewend.
S
C HMA LZ
-
EN MENUCONCEPT
SCPS
- 2
I
4-33