Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen oplossen, regelingen en nazicht
VAAK VOORKOMENDE MAAIPROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM
Streepvorming.
Kaalgemaaide plekken.
Getrapt maairesultaat.
Ongelijk maairesultaat.
Uitsteeksels.
40
OORZAAK
1. Maaibladen zijn niet scherp.
2. Maaibladen zijn te ver afgesleten.
3. Motorsnelheid is te laag.
4. Rijsnelheid is te hoog.
5. Het maaidek is verstopt met gras.
6. De maaibanen overlappen niet
genoeg.
7. U overlapt niet genoeg bij het draaien.
1. Het gazon is oneffen of hobbelig.
2. Maaihoogte van het maaidek is te laag
ingesteld.
3. Rijsnelheid is te hoog.
4. Het maaidek staat niet helemaal
waterpas.
5. De bandenspanning is te laag of niet
gelijk.
1. Het maaidek staat niet helemaal
waterpas.
2. De banden zijn niet correct
opgepompt.
3. De maaibladen zijn beschadigd.
4. De mantel van het maaidek is
beschadigd.
5. Spil van maaidek verbogen of los.
6. De maaibladen zijn niet juist
geïnstalleerd.
1. Het maaidek staat niet helemaal
waterpas.
2. De maaibladen zijn bot of versleten.
3. De maaibladen zijn beschadigd.
4. Het maaidek is verstopt met
grassnippers.
5. De mantel van het maaidek is
beschadigd.
6. Spil van maaidek verbogen of los.
7. De maaibladen zijn niet juist
geïnstalleerd.
8. De banden zijn niet correct
opgepompt.
1. Maaibladen zijn niet scherp of
vertonen inkepingen.
2. Maaibladen zijn te ver afgesleten.
3. Motorsnelheid is te laag.
4. Rijsnelheid is te hoog.
5. Het maaidek is verstopt met gras.
OPLOSSING
1. Slijp uw bladen.
2. Vervang uw bladen.
3. Maai altijd met volgas.
4. Rij trager.
5. Maak het maaidek schoon.
6. Zorg ervoor dat uw maaibanen elkaar
overlappen.
7. Bij het draaien neemt uw effectieve
maaibreedte af – overlap meer bij het
draaien.
1. Rol of effen het gazon.
2. Stel een hogere maaihoogte in.
3. Rij trager.
4. Zet het maaidek helemaal waterpas.
5. Controleer de bandenspanning en blaas
de banden op.
1. Zet het maaidek helemaal waterpas.
2. Controleer de bandenspanning en blaas
de banden op.
3. Vervang de bladen.
4. Herstel of vervang het maaidek.
5. Herstel of vervang de spil.
6. Installeer de bladen op de juiste wijze.
1. Zet het maaidek helemaal waterpas.
2. Slijp of vervang de maaibladen.
3. Vervang de bladen.
4. Maak het maaidek schoon.
5. Herstel of vervang het maaidek.
6. Herstel of vervang de spil.
7. Installeer de bladen op de juiste wijze.
8. Controleer de bandenspanning en blaas
de banden op.
1. Slijp uw bladen.
2. Vervang uw bladen.
3. Maai altijd met volgas.
4. Rij trager.
5. Maak het maaidek schoon.
www.ferrisindustries.com
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
