VEILIGHEIDSPICTOGRAMMEN
Waarschuwing: Lees de
gebruikershandleiding.
Zorg ervoor dat u de
gebruikershandleiding hebt gelezen
en begrijpt voor u deze machine gebruikt.
Gevaar: Rondvliegende voorwerpen.
Deze machine kan voorwerpen en
afval in het rond slingeren. Houd
iedereen uit de buurt.
Waarschuwing: Haal de sleutel uit
het contact voor u aan de zitmaaier
werkt.
Haal de sleutel uit het contact en
raadpleeg technische naslagwerken voor u herstellingen of
onderhoud uitvoert.
Gevaar: Kantelen van de zitmaaier.
Als u de zitmaaier op steile hellingen
gebruikt, kan u de controle over de
maaier verliezen, kan de maaier
beginnen glijden, onbestuurbaar worden en omkantelen.
Gebruik deze machine niet op hellingen van meer dan 15°.
Deze grens is vastgesteld met behulp van CEN-norm EN
836:1997, Sectie 5.2.2 en is gebaseerd op de testprocedure
voor stabiliteit EN 836, beschreven in Sectie 4.2.4.2. De
"stabiliteitsgrens" van 15 graden komt overeen met 50% van
de hoek waarbij de machine van de grond los kwam in
statische testen. Werkelijke dynamische stabiliteit kan
afwijken, afhankelijk van de omstandigheden waaronder de
machine gebruikt wordt.
Gevaar: Kantelen van de zitmaaier.
Gebruik de zitmaaier niet op hellingen
wanneer ze nat of glad zijn. Werk niet
in de buurt van steile dalingen of water.
Gevaar: Afhakken van ledematen.
Deze machine kan ledematen
afhakken. Houd iedereen en zeker
kinderen uit de buurt wanneer de
motor draait.
Gevaar: Afhakken van ledematen.
Deze zitmaaier kan ledematen
afhakken. Blijf met uw handen en
voeten uit de buurt van de bladen.
Gevaar: Afhakken van ledematen.
Deze machine kan ledematen
verbrijzelen en afhakken. Houd uw
handen uit de buurt van riemen en
riemschijven.
Gevaar: Afhakken van ledematen.
Deze machine kan ledematen
verbrijzelen en afhakken. Houd uw
handen uit de buurt van de
maaidekhefstang.
Gevaar: Koolmonoxidevergiftiging.
Laat de motor niet draaien in een
ruimte zonder ventilatie.
Waarschuwing: Vermijd ernstige of
dodelijke letsels door omkantelen.
Houd de rolbar in de opstaande stand
en gebruik de veiligheidsgordel.
Gebruik de veiligheidsgordel NIET wanneer de rolbar naar
beneden is.
Waarschuwing: Vermijd ernstige of
dodelijke letsels door omkantelen.
Houd de rolbar in de opstaande stand
en gebruik de veiligheidsgordel. Als de
rolbar naar beneden is, is er geen kantelbeveiliging. Laat de
rolbar alleen zakken wanneer dat noodzakelijk is en
verwijder ze NOOIT. Zet de rolbar weer recht zodra er
voldoende plaats voor is.
Waarschuwing: Gevaar door laag
overhangende obstakels.
Controleer of er voldoende plaats is
voor u onder welk object dan ook rijdt.
Blijf uit de buurt. Laat de rolbar NIET in contact komen met
lage overhangende obstakels, zoals takken van bomen of
elektrische kabels. Lees alle instructies en waarschuwingen
in de gebruikershandleiding en leef ze na.
Gevaar: Brandgevaar.
Zorg ervoor dat zich geen gras,
bladeren en olieresten opstapelen of
afzetten in en op het toestel. Vul geen
brandstof bij wanneer de motor nog warm is of draait. Leg
de motor stil en laat hem ten minste 3 minuten afkoelen voor
u brandstof bijvult. Vul binnenshuis, in een gesloten
aanhangwagen, garage of andere besloten ruimte geen
brandstof bij. Neem gemorste brandstof op. Rook niet terwijl
u met de zitmaaier werkt.
Waarschuwing: Vermijd ernstige of
dodelijke letsels door omkantelen.
Spring NIET van de zitmaaier als de
maaier overhelt. Lees alle instructies en
waarschuwingen in de gebruikershandleiding en leef ze na.
Waarschuwing: Hete Oppervlakte.
Vermijd contact met motor en hete
oppervlakten. Wacht op eenheid
voordien te koelen wat betreft.
Gebruiksveiligheid
13