Problemen oplossen, regelingen en nazicht
PROBLEMEN OPLOSSEN
Hoewel het gewone periodieke onderhoud de levensduur
van uw zitmaaier zal verlengen, kan het bij langdurig of
constant gebruik uiteindelijk toch nodig zijn om specifieke
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren om uw zitmaaier
naar behoren te laten blijven werken.
In de onderstaande gids voor het oplossen van problemen
vindt u de meest voorkomende problemen, hun oorzaken en
mogelijke oplossingen.
Op de volgende pagina's vindt u dan instructies zodat u de
meeste van die eenvoudige aanpassingen en
onderhoudsherstellingen zelf kan uitvoeren. Indien u dat
wenst, kan u een beroep doen op uw plaatselijk erkend
verdeler voor het uitvoeren van deze
onderhoudswerkzaamheden.
PROBLEMEN MET DE ZITMAAIER OPLOSSEN
PROBLEEM
De motor wil niet aanslaan of
starten.
Motor is moeilijk te starten
of loopt niet goed.
Kloppende motor.
Overdreven olieverbruik.
Motoruitlaat is zwart.
38
OORZAAK
1. Parkeerrem is niet geactiveerd.
2. PTO-schakelaar (elektrische koppeling)
staat in de stand AAN ("ON").
3. Geen brandstof meer.
4. De rij- en stuurhendels zijn niet in de
vrijloopstand vergrendeld.
5. De bestuurder zit niet op zijn stoel.
6. De gloeibougies zijn niet voorverwarmd.
7. Zekering doorgeslagen.
8. De polen van de batterij moeten worden
schoongemaakt.
9. De batterij is leeg of stuk.
10. Bedrading los of defect.
11. Solenoïde of startmotor defect.
12. Schakelaar veiligheidsvergrendelsysteem
defect.
13. Water in brandstof.
14. Brandstof is oud of verschaald.
1. Te rijke brandstofmengeling.
2. Lucht in het brandstofsysteem.
1. Laag oliepeil.
2. Verkeerde oliekwaliteit gebruikt.
1. De motor raakt oververhit.
2. Verkeerde oliedruk.
3. Te veel olie in oliecarter.
1. Vuile luchtfilter.
2. Lucht in het brandstofsysteem.
WAARSCHUWING
Om ernstige letsels te voorkomen mag u alleen
onderhoudswerkzaamheden aan de zitmaaier
uitvoeren wanneer de motor stilgelegd en de
parkeerrem geactiveerd is.
Trek altijd de sleutel uit het contact, maak de
bougiekabel los en bevestig hem uit de buurt
van de bougie voor u met het onderhoud begint
om te voorkomen dat de motor per ongeluk zou
starten.
OPLOSSING
1. Activeer de parkeerrem.
2. Zet de schakelaar in de stand UIT ("OFF").
3. Als de motor warm is, laat u hem afkoelen
en vult u vervolgens brandstof bij (beide
tanks). Injecteer het brandstofsysteem.
4. Vergrendel de hendels in de vrijloopstand.
5. Ga correct op de bestuurdersstoel zitten.
6. Verwarm de gloeibougies voor.
7. Vervang de zekering.
8. Maak de batterijpolen schoon.
9. Opladen of vervangen.
10. Controleer de bedrading visueel en
vervang kapotte of gerafelde draden.
Maak de losse aansluitingen vast
11. Herstel of vervang. Neem contact op met
uw erkend verdeler.
12. Vervang waar nodig. Neem contact op met
uw erkend verdeler.
13. Tap de brandstof af en vul de tank met
nieuwe brandstof.
14. Tap de brandstof af en vervang ze door
verse brandstof.
1. Maak luchtfilter schoon.
2. Injecteer het brandstofsysteem.
1. Controleer oliepeil en voeg olie toe indien
nodig.
2. Zie handleiding van motorleverancier.
1. Maak het radiatorrooster en de luchtfilter
schoon.
2. Zie handleiding van motorleverancier.
3. Tap overtollige motorolie af.
1. Vervang de luchtfilter. Zie handleiding van
motorleverancier.
2. Injecteer het brandstofsysteem.
www.ferrisindustries.com