PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA - BENZINEVOERTUIG
VASTE INTERVAL
Jaarlijks onderhoud, uitsluitend
door getrainde monteur
(om de 100 uren gebruik)
PERIODIEKE ONDERHOUDSSCHEMA'S
WAARSCHUWING
• INDIEN PROBLEMEN AAN HET LICHT KOMEN, MAG HET VOERTUIG NIET WORDEN GEBRUIKT TOT ZE
HERSTELD ZIJN. HET ACHTERWEGE LATEN VAN HERSTELLINGEN KAN BRAND, MATERIËLE SCHADE
EN ERNSTIGE OF DODELIJKE VERWONDINGEN VEROORZAKEN.
• ALLE ONDERHOUD, HERSTELLINGEN EN AFSTELLINGEN MOETEN UITGEVOERD WORDEN VOLGENS
DE INSTRUCTIES IN DE TRANSPORT SERVICE- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING, UITGAVE NR.
1019051-03.
PERIODIEK ONDERSHOUDSSCHEMA - ELEKTRISCH VOERTUIG
VASTE INTERVAL
Dagelijks onderhoud eigenaar
Vervolg periodiek onderhoudsschema op volgende pagina.
ONDERHOUD
Motor
Luchtinlaat motor
Benzinefilters
Kogellagers voorwielen
Starter/generator
Gecombineerde versnellingsbak/achterbrug
Voertuig algemeen
Vérifier tous les éléments quotidiens, hebdomadaires, mensuels, trimestriels et semi-annuels répertoriés ci-dessus
SERVICE
Snelheidspedaal/stang
(stang alleen voor Tourall)
Traploze of Multi-Step potentiometer
Batterijen
Remsysteem
Lader en stopcontact
Parkeerrem
Achteruitzoemer
Besturing en koppelingen
Controleer oliepeil en vul zo nodig bij (zie
Smeerschema benzinevoertuig, pagina 42).
Verwijder de gebruikte olie op gepaste wijze.
Controleer op lekken bij pakkingen,
vulpluggen enz.
Inspecteer en reinig bougie; stel afstand bij; vervang
indien nodig.
Controleer luchtfilterlement, maak schoon of vervang.
Verwijder gebruikt filterelement op gepaste wijze.
Vervang. Verwijder gebruikte filters op gepaste wijze.
Inspecteer en controleer op speling; smeer met
Chassis Lube en stel zo nodig bij. Controleer afdichtingen.
Controleer lengte borstels (verwijder overtollige koolstofresten);
vervang indien nodig.
Controleer/vul versnellingsbak tot het niveau
van de plug (zie Smeerschema benzinevoertuig,
pagina 42).
Smeer volgens Smeerschema benzinevoertuig,
pagina 42).
Controleer op goede werking (zie "De goede werking
controleren", pagina 16). Stel zo nodig bij.
Controleer de goede werking (zie Onderhouds- en
Servicehandleiding).
Laad batterijen op.
Controleer de goede werking (zie "De goede werking
controleren", pagina 16). Stel zo nodig bij.
Controleer op schade en goede aansluiting.
Controleer de goede werking (zie "De goede werking
controleren", pagina 16). Stel zo nodig bij.
Controleer de goede werking (zie "De goede werking
controleren", pagina 16).
Controleer op goede werking.
39