BEDIENING
Menustructuur
STIJGING VERWARMINGSCURVE
In het menupunt STIJGING VERWARMINGSCURVE kunt u voor ver-
warmingscircuit 1 en 2 telkens een stooklijn instellen.
Info: Uw installateur heeft voor elk verwarmingscircuit een voor
het gebouw en de installatie optimale stooklijn ingesteld. Bij
verwarmingscircuit 1 is de stooklijn gebaseerd op de warmte-
pomp-retourtemperatuur; bij verwarmingscircuit 2 op de meng-
klep-aanvoertemperatuur.
Als u de stooklijn op de warmtepompmanager verplaatst, wordt
bovenaan in het display de berekende gevraagde retour- of aan-
voertemperatuur in functie van de buitentemperatuur en de ge-
vraagde kamertemperatuur weergegeven.
Zodra u in het menu INSTELLINGEN/ VERWARMEN / BASISINSTEL-
LING bij de parameter VASTE-WAARDEWERKING een temperatuur
selecteert, wordt stooklijn 1 verborgen en op het display geeft
VASTE-WAARDEWERKING NOM. TEMPERATUUR de overeenkom-
stige temperatuur aan.
In de fabriek is voor verwarmingscircuit 1 de stooklijn op 0,6 in-
gesteld; voor verwarmingscircuit 2 is de stooklijn ingesteld op
0,2. De stooklijnen gelden voor een gevraagde kamertemperatuur
van 20 °C.
100
80
60
40
20
Y Retour-/aanvoertemperatuur [°C]
X Buitentemperatuur [°C]
WEERGAVE STOOKLIJN
Instelling programmawerking omschakelen tussen Comfort- en
ECO-werking
De afbeelding toont het diagram met ingestelde stooklijn op basis
van een gevraagde kamerwaarde voor comfortwerking. De twee-
de stippellijn is een gevraagde kamerwaarde voor ECO-werking.
60
40
20
0
20
15
10
5
Y Retour-/aanvoertemperatuur [°C]
X Buitentemperatuur [°C]
1 Comfort-bedrijf
2 ECO-bedrijf
www.stiebel-eltron.com
3
2,5
2
1,5
1,2
1
0,8
0,6
0,4
0,2
1
2
0
-5
-10
-15
-20
Stooklijn aanpassen
Voorbeeld:
Bij een verwarmingsinstallatie is in het tussenseizoen bij een bui-
tentemperatuur tussen 5 °C en 15 °C de temperatuur in het huis
te laag hoewel de radiatorkranen open staan, bij buitentempera-
turen ≤ 0 °C is de temperatuur in het huis in orde. Dit probleem
wordt verholpen door de stooklijn parallel te verschuiven en te-
gelijk te verkleinen.
Vooraf werd de stooklijn op 1,0 ingesteld op basis van een ge-
vraagde kamertemperatuurwaarde van 20 °C. De stippellijn toont
de naar 0,83 gewijzigde stooklijn en een naar 23,2 °C gewijzigde
gevraagde kamertemperatuur.
60
40
20
0
20
15
10
5
Y Retour-/aanvoertemperatuur [°C]
X Buitentemperatuur [°C]
BASISINSTELLING
BUFFERWERKING
ZOMERBEDRIJF
BUITENTEMPERATUUR
GEBOUWISOLATIE
MAX RETOURTEMPERATUUR
MAX AANVOERTEMPERATUUR
VASTE-WAARDEWERKING
VERWARMINGSCIRCUIT OPTIM
VORSTBEVEIL
BUFFERWERKING
Deze parameter dient u bij gebruik van een buffervat op AAN te
zetten.
ZOMERBEDRIJF
Met de parameter ZOMERBEDRIJF kunt u bepalen vanaf welk tijd-
stip de verwarmingsinstallatie naar zomerbedrijf moet omscha-
kelen. Het zomerbedrijf kan in- of uitgeschakeld worden. In totaal
zijn er 2 verstelbare parameters voor deze functie.
BUITENTEMPERATUUR:
Instelbare buitentemperatuur 10 °C tot 30 °C.
GEBOUWISOLATIE
Bij deze parameter kunt u, afhankelijk van het gebouwtype, kiezen
of een gemiddelde waarde van de buitentemperatuur bepaald
moet worden.
U kunt kiezen uit 3 instellingen.
0
-5
-10
-15
-20
WPC | WPC cool |
17